De moderne tijd (16e eeuw - 19e eeuw) - Het rationalisme: René Descartes - Van het cogito naar de wereld

23 belangrijke vragen over De moderne tijd (16e eeuw - 19e eeuw) - Het rationalisme: René Descartes - Van het cogito naar de wereld


Op welke manier verwerft het cogito volgens Descartes de 'duister en verwarde' ideëen?

Zia de zintuigen.

2. Binnen het cogito zijn twee soorten ideeën of bewustzijnsinhouden aanwezig. Welke?

  1. De ingeboren ideeën: idées inneées; inneïsme. Zulke klare en welonderscheiden bewustzijnsinhouden vindt het cogito enkel en alleen in zichzelf; zij behoren tot de vooraf gegeven uitrusting van het cogito zelf.
  2. Duistere en verwarde ideeën: des idées obscures et confuses. Deze ideeen worden verworven via de zintuigen: zintuiglijke voorstellingen (représentations).

Waarom is volgens Descartes het bestaan van het cogito evident? Hoe vindt hij hij een vertrekpunt en criterium van zekerheid?

Het is een 'klare en wel onderscheiden' idee.
Klaar - idee is uit zichzelf inzichtelijk en intrinsiek helder
Welonderscheiden - idee is scherp afgelijnd van andere ideeën
Alles wat 'klaar en wel onderscheiden' gedacht kan worden, is zeker
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke voorstellingen kunnen kennis van de buitenwereld leveren?

De zintuiglijke voorstellingen. Ze bevinden zich in het cogito.
Enkel zij kunnen me toelaten tot de buitenwereld en me toelaten tot het bestaan van die wereld er besluiten. Ze kan alleen een afgeleide zijn.

Hoe kan Descartes aantonen dat er zich buiten het cogito een wereld bevind?


Zintuiglijke voorstellingen dragen inzich altijd de idee van lichamelijkheid. Ze komen en gaan onafhankelijk van het bewustzijn. En zijn niet klaar en welondercheiden maar duister en verward hierdoor kunnen ze niet rechtstreeks door het bewustzijn veroorzaakt worden.
Middels het principe van causaliteit (niets bestaat zonder oorzaak) moeten zij dus veroorzaakt zijn door een buitenwereld.

Wat zijn 'ingeboren ideeën'? (Descartes)

Ideeën 'klaar en welonderscheiden' - eigen aan het denken.
Cogito vindt deze klare en welonderscheiden bewustzijnsinhouden alleen in zichzelf. Geen kopie externe wereld maar behoort tot vooraf gegeven uitrusting cogito zelf.

6. Wat is het a priori godsbewijs van Descartes?

Het tweede bewijs (a priori) stelt dat de idee van de oneindigheid ook het bestaan van de volmaakte oneindigheid impliceert. Deze volmaakte oneindigheid vormt, volgens Descartes, de tweede substantie naast het denken, namelijk God.

Hoe verklaard Descartes God als één van de Klare en welonderscheiden ideeën van het cogito?

Volgens descartes hebben we een idee van volmaaktheid en onvolmaaktheid. Om dat we over het idee van volmaaktheid bbeschikken moet dat ook bestaan.

Het idee van oneindige volmaaktheid kan niet door de mens bedacht zijn omdat hij deze niet kan doorgronden. Hierdoor is het idee niet door de menselijke geest ontworpen of veroorzaakt. En dus buiten het bewustzijn veroorzaakt.
Deze absolute oneindige volmaaktheid is God.

Waar doet Descartes een beroep op om de kloof tussen het ik en de wereld te overbruggen.

Het bestaan van God. Zijn bestaan behoort tot de klare en welonderscheiden ideeën van het cogito. We hebben naast ons idee van onvolmaaktheid van onszelf een idee van volmaaktheid. Daarom moet de volmaaktheid wel bestaan.

7. Wat is het a posteriori godsbewijs van Descartes?

Dit eerste godsbewijs maakt gebruik van de causaliteit en de idee van oneindigheid. Aangezien het denken gesloten en dus eindig is, kan de idee van oneindigheid volgens Descartes niet uit iemand zelf komen. De oneindigheid moet een oorsprong hebben buiten het denken. Deze oorsprong is God.

Waarom kan de wereld alleen een afgeleide zekerheid zijn, volgens Descartes?

Kennis van de buitenwereld krijg je middels 'zintuigelijke voorstellingen' via het cogito. Alleen die voorstellingen leveren kennis van de buitenwereld en kunnen je doen besluiten dat de wereld bestaat. De wereld is dus een afgeleide zekerheid.

8. Wat is de derde zekerheid van Descartes?


Het bestaan van een afzonderlijke, stoffelijke wereld.
Waarbij de wetenschappen onze duistere en verwarde ideeën uitzuiveren.
Op deze manier is God de garantie voor de werkelijkheidswaarde van de kennis van de buitenwereld: alleen voor de kwantitatieve, zintuiglijke voorstellingen die wiskundig meetbaar, als meetkundig gevormd en bepaald door de wetten van de mechanica.
Bijgevolg: God garandeert de waarheid van de fysica!

Hoe neemt Descartes de twijfel aan de mathematische kennis op?


Omdat god bestaat als Absolute Volmaaktheid moet hij ook alle kenmerken van volmaaktheid bezitten. Waarachtigheid is zo een kenmerk en god kan dus geen bedrieger zijn.
God kan niet bedriegen dus is wiskunde waar.

Naast en buiten het cogito als denkende substantie bestaat een tweede substantie, een tweede zekerheid. Welke en wat zijn de kenmerken.

Dat is God.
God bestaat als Absolute volmaaktheid. Daaruit volgt dat God alle kenmerken van volmaaktheid moet bezitten. Waarachtigheid bv. God is geen malin génie.
Hiermee is de twijfel aan de mathematische kennis opgeheven.

Hoe bewijst Descartes een stoffelijke wereld?

Een idee moet een oorzaak hebben van de zelfde aard als haar inhoud. Een deur moet dus een deur zijn. God kan namelijk van wege zijn waarachtigheid niet bedriegen.

Hoe zou ik kunnen achterhalen of een (zintuiglijke) voorstelling in mijn geest veroorzaakt is door God of door een ding in de werkelijkheid.

Ik kan het onmogelijk merken. Toch gaat het in het eerste geval om een onware idee en in het tweede om een ware idee. Opdat een idee waar is moet ze een oorzaak hebben die van dezelfde aard is als haar inhoud. Als de voorstelling van God zou komen is die correspondentie er niet. God zou dan een onware idee veroorzaken. Dat is onmogelijk op grond van zijn waarachtigheid.
Hiermee is het bestaan van een afzonderlijke, stoffelijke wereld bewezen. Volgens Descartes.

Wat is oorzaak van ‘idee van oneindige volmaaktheid’ (l’idée de l’infini) die in menselijke geest aanwezig is? (Descartes)

God, de oneindige of Absolute volmaaktheid.
  • Menselijke geest niet in staat idee van oneindige volmaaktheid te doorgronden en analyseren
  • Idee oneindige volmaaktheid kan dus niet door menselijke geest ontworpen of veroorzaakt zijn. (wel door iets buiten het bewustzijn)
  • Ook die oorzaak moet even groot zijn als haar gevolg
  • Groter kan oorzaak niet zijn, want het gevolg is al oneindig
  • Oorzaak van l’idée de l’infini (idee oneindige volmaaktheid)  is dus gelijk aan oneindigheid.
  • Die oneindige of Absolute Volmaaktheid is dus God.

Waarom is 'noodzakelijk bestaan' essentieel voor Absolute volmaaktheid?

Absolute volmaaktheid die niet noodzakelijke bestaat kan geen echte absolute volmaaktheid zijn. Ze zou een belangrijke volmaaktheid missen en zodoende minder volmaakt zijn dan een absolute volmaaktheid die wel noodzakelijk bestaat.

Rationalisten, zoals Descartes hadden te maken met 'het probleem van de brug: als wij kennis hebben door middel van aangeboren ideeën, hoe weten we dan dat die ideeën ons kennis opleveren over de natuur buiten ons verstand? Hoe loste Descartes dit probleem op?

Descartes loste het probleem van de brug op met een verwijzing naar (een goede) God, die de harmonie tussen ons denken en de natuur moet waarborgen. Volgens hem is alles wat wij helder en welonderscheiden inzien, ook waar en dit wordt volgens hem gewaarborgd door de goedheid van God, die ons niet fundamenteel zal bedriegen.

Wat kan worden gezien als een probleem van rationalisme?

Wie of wat garandeert de juistheid?

Wat is een probleem van empirisme?

Wat is grondslag van empiristisch uitgangspunt?

Noem twee kenmerken van rationalisme

  • Verstand/rede is enige echte bron wetenschappelijke kennis (a priori)
  • Kennis ontspringt aan intuïtie, aangeboren ideeën 

Leg uit hoe het dualisme van René Descartes logisch voortvloeit uit zijn beroemde cogito-argument.

  • Cogito-argument van René Descartes 'ik denk dus ik ben', is de eerste zekerheid die niet betwijfeld kan worden
  • Aangezien de eerste zekerheid alleen zekerheid van het bestaan van het denken betreft en ontdekking zekerheid los van elke realiteit: 'Ik' bestaat in zijn denkactiviteit al geheel op zichzelf.
  • Hieruit volgt dat het lichaam - dat niet tot die denkactiviteit behoort - een substantie op zichzelf is, waarvan het bestaan nog bewezen moet worden. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo