De middeleeuwen (5e eeuw - 15e eeuw) - Het nominalisme van Willem van Ockham (ca. 1285-ca.1348)
23 belangrijke vragen over De middeleeuwen (5e eeuw - 15e eeuw) - Het nominalisme van Willem van Ockham (ca. 1285-ca.1348)
Welke stelling is het uitgangspunt van het nominalisme?
Wat houd het filosofische realisme uit de oudheid en de middeleeuwen in?
3. Wat verstaat men onder "het scheermes van Ockham"?
Het scheermes heeft als doel kwesties eenvoudiger te maken.
Het wordt door Ockham het principe van "ontologische spaarzaamheid" genoemd: niet meer dingen een bestaan toe te kennen dan strikt noodzakelijk is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat houd het Parallellisme van taal, denken en werkelijkheid in?
Hoe hebben de filosofen van de oudheid en de vroege middeleeuwen de werkelijkheidswaarde aan de universalia toegekend?
Als een algemene essentie in de dingen zelf (de aristotelische vorm).
Als een essentie die zich zowel als exemplar in God's denken als in de dingen zelf bevindt.(Augustus en Thomas).
Ze zijn het erover eens dat er buiten het menselijk verstand een algemene , universele en abstracte werkelijkheid bestaat, die de mens met zijn abstracte begrippen kan vatten.
Wat word er door het nominalisme doorbroken?
4. Wat is de bedoeling van Ockham met het nominalisme?
Het is geen bewuste poging om rationaliteit en geloof te scheiden.
Integendeel: Ockham heeft de oprechte bedoileing om het geloof veilig te stellen door het te zuiveren van de profane wetenschap.
Het nominalisme legt de nadruk op de onbereikbare almacht van God tegenover de kleinheid van de mens.
Op welke manier verlopen het denken en de taal parallel aan de werkelijkheid.
Aan de algemene dingen beantwoorden in ons denken abstracte algemene voorstellingen van de soorten (species intelligibilis) en in de taal abstracte soortnamen (mens, witheid)
Wie was de grondlegger van het nominalisme en wanneer leefde hij?
5. Wat was het onbedoelde gevolg van het nominalisme, het scheermes van Ockham?
De onbereikbare God verdwijnt uit het wetenschappelijke blikveld en de gedesacraliseerde wereld komt onder het mes van de wetenschappelijke rationaliteit.
De middeleeuwen zijn hiermee voorgoed voorbij.
Wat betekent het parallellisme in taal, denken en werkelijkheid concreet?
Aan een activiteit in de werkelijkheid beantwoordt een 'actiebegrip' in het denken en een werkwoord in de taal.
Een eigenschap van een ding in de werkelijkheid komt dan overeen met een kwalitatief begrip in het denken en een adjectief dat bij een substantie stat) in de taal.
Wat doorbreekt het parallelisme van denken en werkelijkheid? En wie is de grondlegger van deze beweging?
Waardoor kunnen we door Ockham niet diep in de werkelijkheid doordringen?
Verklaar hoe het nominalisme een scheiding tussen god en de wetenschap te weeg bracht.
Wat is er volgens Van Ockham alleen maar in de werkelijkheid?
Er bestaan geen abstracte, algemene dingen buiten de geest.
In de taal en in het denken kunnen we wel algemene begrippen hanteren, maar dat zijn slechts nomina waaraan geen realiteit buiten het denken beantwoordt.
Wat is volgens Van Ockham de enige reeële bestaanswijze en waarom
Naar de enkelvoudig bestaande dingen kunnen we in onze geest verwijzen.
Naar een concreet ding met een concrete term of eigennaam (Jan, deze witte stoel)
Naar een veelheid van concrete dingen(alle mensen, alle witte dingen) met een abstract universeel woord of begrip (mens, witheid).
Wat is het principe van de ontologische spaarzaamheid? Met welke benaming staat dit beter bekend?
Het scheermes van Ockham.
De precieze bewoording: 'men moet zijnden niet vermenigvuldigen als het niet nodig is.'
Welk standpunt hadden nominalisten over universalia?
Hoe keken realisten aan tegen universalia?
- Universalia hebben onafhankelijke realiteit ten opzichte van het kennende subject
- Volgens meesten realiteit te vinden in de dingen zelf
- Sommigen zochten realiteit universalia buiten de dingen zelf
- Denk bijvoorbeeld aan de platoonse Ideeën, die buiten de dingen zelf zouden bestaan.
Waarom werd de filosofie van Willem van Ockham in de 14e eeuw beschouwd als een filosofie van verval?
Hoe komt het dat menselijke kenvermogen in de 14e eeuw steeds autonomer wordt van het geloof/theologie?
- Gods weten zijn ondoorgrondelijk en de mens is te klein om Gods wil te kunnen peilen.
- Er is er geen andere weg tot de waarheid dan te vertrouwen op onze (bescheiden) kenvermogens: de zintuigen en het verstand.
- Op deze manier opent het nominalisme de weg voor een nieuwe visie op de wereld, gebaseerd op menselijke kenvermogens.
- Het menselijke kennen wordt dus autonomer
Willem van Ockham was van mening dat universalia (algemene begrippen die op een veelheid aan concrete dingen toe te passen zijn) niet reëel bestaan. Hoe beargumenteerde Ockham dit?
- Er is een kloof is tussen denken en werkelijkheid, omdat we met ons beperkte verstand nooit kunnen doordringen tot de almacht en wil van God.
- Kennis verwerven van werkelijkheid zonder gebruik van geloof, bescheiden opstellen en alleen kennis gebruiken die onze zintuigen ons opleveren.
- De zintuigen leren ons nu dat in de zichtbare werkelijkheid alleen concrete, particuliere dingen bestaan (zoals Jan, Bertha 3 en de boom in mijn achtertuin) maar geen ‘algemene dingen’.
- Hij concludeert daarom dat enkelvoudigheid de enige reële bestaanswijze is.
Hoe keek Ockham aan tegen universalia?
Universalia zijn geen dingen maar concepten in ons verstand. Ze zijn universeel omdat ze van meerdere dingen geprediceerd kunnen worden (ze kunnen van meerdere dingen gezegd worden)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden