De oudheid (6e eeuw v.Chr. - 6e eeuw n.Chr.) - Het ontstaan van de Wijsbegeerte - Van mythos naar logos

36 belangrijke vragen over De oudheid (6e eeuw v.Chr. - 6e eeuw n.Chr.) - Het ontstaan van de Wijsbegeerte - Van mythos naar logos

Hoe voltrekt zich de overlevering van de archaïsche Griekse cultuur voor de zesde eeuw en hoe was deze gefundeerd?

Oraal: Het cultuurgoed kent een mondelinge overlevering, het enorme- en waardensysteem ligt vast en wordt sacraal gefundeerd.

Wat is het 'Griekse wonder' in de zesde eeuw voor Christus?

De overgang van mythos naar logos (rede)

He ziet de archaische cultuur er uit vóór de zesde voor chr.?

  • oraal, mondelinge overlevering
  • normen en waarden liggen vast en sacraal gefundeerd
  • het waarom vindt antwoord in de mythe
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

1. Wat voor soort cultuur is de archaische Griekse cultuur van voor de 6e eeuw voor Chr.?


Een orale cultuur:
  • het cultuurgoed kent een mondelinge overlevering
  • het normen- en waardensysteem ligt vast
  • het normen- en waardensysteem wordt sacraal gefundeerd

Waarmee wordt de vraag naar het waarom van de dingen beantwoord en hoe?

Met een mythe: een symbolische verwijzing naar een eenmalige, grondleggende gebeurtenis.

Welke technische betekenis heeft het begrip 'rationaliteit' in de wijsbegeerte?

Een methodische aanpak van de verklaring van de wereld, die aanspraak maakt op universele geldigheid en die objectief inzichtelijk en systematisch geordend wil zijn.

Wanneer situeert de oergebeurtenis (de grondlegende gebeurtenis) zich volgens de natuurfilisofen?

Ergens 'buiten de tijd'. Daardoor is een historisch of relativerend perspectief uitgesloten.

3. Waardoor is bij een mythe elk historisch of relativerend perspectief uitgesloten?


De verklaringsmethode herbevestigt enkel het bestaande en legitimeert het door te verwijzen naar een tijdloze oorsprong.
Dat bestendigt de bestaande orde: ze wordt gezien als "van nature" en staat als zodanig niet ter discussie.

Na de zesde eeuw zoekt de mens de verklaring van de wereld niet meer in de kracht van goden maar in de unversaliteit van de rede. Hoe heet deze nieuwe houding uit de zesde eeuw voor Christus?

Theoria

Waaruit blijkt het ontzag voor de bestaande natuurlijke orde nog meer (naast de mythe van de de oergebeurtenis)?

Uit het geloof in magische krachten en rituelen zoals die in de mythen tot uiting komen.

Hoe komt er in de Griekse cultuur in de zesde eeuw voor chr. een verandering van de wereldbeschouwing tot stand?

een brede maatschappelijke verandering die merkbaar werd in:
  1. codificatie
  2. contact met vreemde volken
  3. door kolonisatie en handel een uitbreiding van het Griekse cultuurgoed
  4. veranderende omgang met mythen; uitleg, verklaring 

4. Welke dichters legden het mythisch-sacrale wereldbeeld van de Grieken vast?

  • Homerus
  • Hesiodus: Theogenie: hierin wordt de oorsprong van de goden beschreven en worden de onderlinge relaties vastgelegd.

Wie legde het mythisch-sacrale wereldbeeld van de Grieken vast en hoe.

Dat waren Homerus en Hesiodus ( 8ste-7de eeuw v.C.). In het werk Theogonie beschrijft Hesiodus de oorsprong van de goden en legt hij hun onderlinge relaties vast.

Wat wordt het Griekse wonder genoemd?

De overgang van mythos naar logos en het doordenken van de consequenties daarvan voor mens en maatschappij.

De kritiek op de mythe en het omhelzen van de logos is het begin van de filosofie.
Let op; in de inleiding was de 'verwondering' het begin van de filosofie. (dit is wel logisch want de logos is denken en verwonderen, in twijfel trekken, is ook denken)

6. Welke bredere maatschappelijke veranderingen, die leiden tot een nieuwe wereldbeschouwing, vinden er in de loop van de 6e eeuw voor Chr. plaats in Griekenland?

  • hang naar codificatie, dus standaardisering en homogenisering van de teksten (opschrijven, niet langer mondeling overleveren)
  • contact met vreemde volkeren
  • uitbreiding van het Griekse cultuurgebied dankzij kolonisatie en handel
  • zucht naar vernieuwing

De teksten van Homerus en Hesiodus worden mondeling overgeleverd. Tot wanneer,  wie maakte daar een eind aan en hoe. Waar getuigt dit van?

Tot in de late 6e eeuw v.C. Peisistratus gaf toen de opdracht een standaardversie op schrift te stellen.
Dit getuigt van een veranderende mentaliteit. Het is niet los te denken van bredere maatschappelijke veranderingen door contact met andere volkeren, de uitbreiding van het Griekse cultuurgebied en een zucht naar vernieuwing komt er geleidelijke een nieuwe wereldbeschouwing tot stand.

De cultuurshock, het Griekse wonder, is niet zo heftig geweest. Leg uit.

  • ook in mythe al elementen die ook in de rationele verklaring centraal komen te staan
  • de bedoeling van mythe èn van logos is: beheersing van een mysterieuze wereld
  • door de chaos van de godenwereld en het universum van de natuurkrachten bestaat er bij de mens al lang behoefte aan ordening
  • desacralisering, de wereld raakt langzamerhand klaar voor de rede

7. De nieuwe wereldbeschouwing leidt bijna automatisch tot kritiek op wat voordien als vanzelfsprekend gold. Welke kritiek?


De mythen moeten voortaan geïnterpreteerd worden.
De waarheid kan beter met andere middelen worden blootgelegd.

Wat gebeurt er met de mythen in de late zesde eeuw v.C.?

De mythen moeten voortaan worden geïnterpreteerd. De immorele natuur van de goden die Homerus aan ze toeschreef stuit op felle kritiek van de nieuwe generatie dichters. Zij constateren ook dat verschillende volkeren verschillende godsbeelden hanteren.

Hoe wordt de nieuwe houding ten opzichte van de wereld van de rede genoemd?

theoria
dit woord is afgeleid van theoros, een beschouwer van festivals in andere steden

het kennisideaal van de Grieken is dan ook belangenloos, itt de Egyptenaren die zoeken naar praktische, toegepaste kennis

8. Een nieuwe generatie dichters constateert dat verschillende volkeren verschillende godsbeelden hanteren. Hoe wil men dit uitleggen?


Er zijn nieuwe verklaringsmethoden nodig, die:
  • niet gebonden zijn aan lokale tradties en mythen
  • een universeel inzicht bieden

Maw. ook hier dienen zaken dus gehomogeniseerd en uitgelegd worden.

10. Wat is het begin van de filosofie?

  1. De kritiek op de mythe
  2. Het aanvaarden van de logos (rede)

Wat vinden sommigen zoals oa. Claude Levi-Strauss van de verhouding mythe-logos?

De (nauwelijks bewuste) bedoeling van de mythe is hetzelfde als die van de logos, namelijk de beheersing van een mysterieuze wereld. Bovendien is de logos zelf al in de mythos doorgedrongen.

Onder welke noemer wordt de nieuwe houding ten opzichte van de verklaring van de wereld (niet meer in de alomtegenwoordige kracht van de goden) samengevat?

Theoria.
De Grieken hebben deze terminologie overgedragen op de kennis.

13. Door desacralisering brokkelt geleidelijk de verklarende functie van mythen af. Waar zoekt de mens voortaan de verklaring van de wereld?


In de rede.

Deze nieuwe houding wordt samengevat onder de noemer theoria.

Waar hebben de Grieken de term theoria naar overgedragen en wat streefden ze na?

Wat zij nastreven is een kennis omwille van de kennis, dus niet omwille van praktisch nut. En wel een kennis waarbij we van op afstand de werkelijkheid gadeslaan en registreren wat er gebeurt.

Wat was het kennisideaal van de Grieken?   (theoria)

Het kennisideaal is het belangeloos overschouwen van het geheel, dat ze willen begrijpen en waarvan ze geen aspect onverklaard willen laten.
In dat opzicht verschillen ze wezenlijk van hun wetenschappelijke voorgangers, de Egyptenaren en de Babyloniërs.

15. Wat is het verschil tussen de wetenschappers in het oude Egypte en Babylonië en de oude Grieken?


De Grieken streefden kennis na omwille van de kennis, dus niet omwille van praktisch nut.
De Egyptenaren en Babyloniërs koppelden hun kennis en kunde nooit los van praktische toepassingen (afpalen van percelen grond, bouwen van piramides, voorspellen van gunstige beslissingsmomenten, etc) en hadden evenmin een globaal systeem van weten uitgebouwd.

Wat is het gevolg van de scheiding van de natuur van het sacrale?

Mens zoekt verklaring wereld niet meer in kracht goden maar universitaliteit rede.

Waarom zetten filosofen zich af tegen mythes?

  • Geen historisch of relativerend perspectief
  • Niet kritisch 

Wat hebben mythes met filosofie gemeen?

Ontstaan uit interesse om te verklaren en te weten (ook te beheersen). Maar in tegenstelling tot filosofie is de mythe niet kritisch.

Op welk moment kon de filosofie ontstaan?

  • Het moment dat het denken kritisch werd ten aanzien van wat eerst als vanzelfsprekend gold.
  • Dat kon alleen door een eerdere manier van denken, maar ook de eigen manier van denken, in twijfel trekken.

Wat is kenmerkend voor de filosofie?

Het is een reflexieve kritiek. Reflecteert op gevestigde vormen van wegen, inclusief het eigen weten.

Waarom wordt de mythe voorfilosofisch genoemd?

  • Ziij was geen onderwerp van reflectie was: de mythe was een gesloten verklaringsmodel, sterk gekoppeld aan het heilige en de godenwereld, waarop niet gereflecteerd werd.
  • Pas toen het denken obstakels opwierp voor zichzelf, door ook zijn eigen activiteit tot voorwerp van kritiek te maken, ontstond de filosofie.

Welke twee uitersten kiezen Parmenides en Heraclites in het debat over ‘zijn’ en ‘worden’?

Parmenides stelt dat de ware werkelijkheid door de rede wordt gevonden, en wel in het universele, ene, onveranderlijke, noodzakelijke zijn.


Heraclites kiest het andere uiterste en stelt dat de ware werkelijkheid door de zintuigen wordt gevonden, en wel in de veelheid van de concrete, veranderlijke fenomenen.

Verandering en worden is volgens Heraclitus wezenlijk voor de orde van de wereld, terwijl het onveranderlijke zijn volgens Parmenides wezenlijk is voor de orde van de wereld.


Merk op dat ‘kennis’ volgens Heraclitus dus niet per definitie betrekking heeft op het vaste en universele!

Kun je een grondidee aanwijzen in van de filosofie van Plato? Welk idee zou dat zijn?

Het grondidee van de filosofie van Plato zou het idee kunnen zijn dat de ware werkelijkheid NIET te vinden is in het zintuiglijke, maar elders, in een begrippelijke, kenbare wereld: de Ideeënwereld.


NB De filosofie van Plato wordt vaak gepresenteerd als een weldoordacht systeem, waarin alles met alles samenhangt. In werkelijkheid bevat de filosofie van Plato ook verschillende inconsistenties en sluiten niet al zijn werken en ideeën naadloos op elkaar aan. De eenheid in het systeem van Plato is er vooral in gebracht door de neoplatonisten!

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo