De mens als openheid op de wereld: de existentiële fenomenologie - Edmund Husserl fenomenologie - Een 'eerste' zekerheid

30 belangrijke vragen over De mens als openheid op de wereld: de existentiële fenomenologie - Edmund Husserl fenomenologie - Een 'eerste' zekerheid

Net als Descartes zoekt Husserl naar een eerste uitgangspunt door al het overtollige weg te snijden. Descartes inspireert zich op de wiskunde met zijn axioma's.
Hoe formuleert Husserl zijn striktere voorwaarde.

Hij wil een apodictische zekerheid d.i. een volstrekt noodzakelijke waarheid.

1. Waarom verlaat Husserl zich niet op de wiskunde bij het zoeken naar een absoluut en evident uitgangspunt zoals Descartes wel doet?

De wiskundige methode voldoet volgens Husserl niet omdat ze onvermijdelijk van axioma's (onbewezen maar als grondslag aanvaarde stellingen) vertrekt.

16. Wat is de overeenkomst en het verschil in de benadering van Husserl en die van Descartes?

  • Beiden willen aan de filosofie een wetenschappelijk karakter geven en volgen daarbij een gelijkaardige route: het wegsnijden van alles wat niet evident is in de zoektocht naar een absoluut en evident uitgangspunt.
  • Het verschil is dat Decartes uitgaat van de wiskunde terwijl Husserl juist vindt dat wiskunde niet volstaat: wiskunde vertrekt van axioma's (onbewezen, maar als grondslag aanvaarde stelling). Hij formuleert daarom striktere voorwaarden voor een evident vertrekpunt: een apodictische zekerheid.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

16. Wat is de overeenkomst en het verschil in de benadering van Husserl en die van Descartes?

  • Beiden willen aan de filosofie een wetenschappelijk karakter geven en volgen daarbij een gelijkaardige route: het wegsnijden van alles wat niet evident is in de zoektocht naar een absoluut en evident uitgangspunt.
  • Het verschil is dat Decartes uitgaat van de wiskunde terwijl Husserl juist vindt dat wiskunde niet volstaat: wiskunde vertrekt van axioma's (onbewezen, maar als grondslag aanvaarde stelling). Hij formuleert daarom striktere voorwaarden voor een evident vertrekpunt: een apodictische zekerheid.

2. Husserl stelt strikte voorwaarden voor een evident vertrekpunt. Welke?


Husserl wil een "apodictische" zekerheid: een volstrekt noodzakelijke waarheid.
Hieronder verstaat hij een waarheid die zo evident is, dat het omgekeerde niet enkel onwaar is, maar absurd of ondenkbaar.
Om tot die apodictische zekerheid te komen, moeten we alles wat niet apodictisch evident is tussen haakjes plaatsen.

Welke twee conclusies trekt de intentionaliteit van Husserl?


1, het bewustzijn is open; het is niet gericht op zichzelf.
2, Het ik (ego) begrijpt zichzelf daarbij als subject voor zover het zichzelf ervaart als 'niet-het-andere-van-het-bewustzijn.

Waarin verschillen Descartes en Husserl?

  • Descartes geïnspireerd op wiskunde (mathesis universalis).
  • Husserl stelt dat filosofie eigen model moet ontwerpen om een strenge wissenschaft te worden.

Eerste zekerheid
  • Descartes = denkend subject
  • Husserl = Institutionele gerichtheid van bewustzijn op de wereld

18. In welk opzicht wijkt het resultaat van de methode van Husserl af van die van Descartes?

  1. Bij Descartes is de eerste zekerheid het denkend subject, die eerst op zichzelf bestaat en dan in contact treedt met de buitenwereld.
  2. Bij Husserl is de eerste zekerheid de intentionele gerichtheid van het bewustzijn op de wereld. Husserl breekt met het moderne idee dat het bewustzijn enkel zijn bewustzijns-inhouden kent.
  • Het bewustzijn is open, het is niet gericht op zichzelf, maar op wat niet het bewustzijn is.
  • het ik (ego) begrijpt zichzelf  als subject enkel en alleen voor zover het zichzelf ervaart als 'niet-het-andere-van-het-bewustzijn'.

Husserl wijst duidelijk het realisme af. Is hij dan idealist?

Realist beschouwt de werkelijkheid als het bestaan op de wijze van het object. De idealist vindt de ware werkelijkheid terug in het bestaan op de wijze van een subject. Husserl past niet in deze denkwijzen. Voor Husserl is de eerste zekerheid de relatie tussen fenomeen en bewustzijn

Op welke manier overstijgt Husserl de discussie tussen idealisme en realisme?

Husserl stelt dat de eerste zekerheid de relatie tussen fenomeen en bewustzijn is.

19. Welke precisering moet nog gemaakt worden van Husserls eerste zekerheid?

De intentionaliteit van het bewustzijn impliceert niet het bestaan van het ego en de wereld. Ze zijn namelijk niet apodichtisch zeker. De objecten zijn enkel zeker voor zover ze verschijnen aan het bewustzijn. Hieruit volgt dat het enige waarvan we volledig zeker kunnen zijn, is het verschijnen van fenomenen aan een subject.

Welk modern idee doorbreekt Husserl met zijn intentionele bewustheid van het bewustzijn.

Met het moderne idee dat het bewustzijn enkel zijn bewustzijnsinhouden (voorstellingen) kent.
We kennen de wereld niet via onze voorstellingen ervan.

5. Waarom is voor Husserl filosofie de fenomenologische beschrijving van de ervaren werkelijkheid?


Het vertrekpunt van de filosofie is zeer beperkt!

Het enige waar we volledig zeker van zijn, is het verschijnen van fenomenen en hun verschijnen aan een subject.
We zijn dus niet zeker van het bestaan van fenomenen zolang ze niet verschijnen en evenmin van het bestaan van het ego, wanneer daaraan niets verschijnt.
De "terugkeer naar de zaken zelf" betekent dus enkel een terugkeer naar "het verschijnen van fenomenen" en het beschrijven van de wijze waarop ze dat doen.

20. Hoe omschrijft Husserl de filosofie?

Als een fenomenologische beschrijving van de ervaren werkelijkheid.

De intentionaliteit van het bewustzijn impliceert niet de werkelijkheid van het ego en de wereld. De objecten zijn enkel zeker voor zover ze verschijnen aan het bewustzijn.
Hoe noemt Husserl dit.

Fenomenologische reductie.
De wereld wordt gereduceerd tot een fenomeen.


6. Hoe reageert Husserl op het fameuze "probleem van de brug"?


Het "probleem van de brug" is de vraag naar de verhouding tussen denken en zijn: hoe is het mogelijk dat het subject met de buitenwereld in contact treedt?
Volgens Husserl is er altijd al een relatie tussen de mens en de wereld.
Het probleem van de brug wordt hiermee als pseudoprobleem ontmaskerd.

21. Hoe is in Husserls denken de verhouding tussen denken en zijn?

In het denken van de meeste vroegere filosofen is er sprake van een op zichzelf staande objectieve realiteit, los van het bewustzijn. De vraag was vervolgens hoe het subject en de buitenwereld met elkaar in contact treden. Volgens Husserl is dat een zeer naïeve vooronderstelling, want er is altijd al een relatie tussen mens en wereld. Het 'probleem van de brug' is daarmee een pseudoprobleem.

21. Hoe is in Husserls denken de verhouding tussen denken en zijn?

In het denken van de meeste vroegere filosofen is er sprake van een op zichzelf staande objectieve realiteit, los van het bewustzijn. De vraag was vervolgens hoe het subject en de buitenwereld met elkaar in contact treden. Volgens Husserl is dat een zeer naïeve vooronderstelling, want er is altijd al een relatie tussen mens en wereld. Het 'probleem van de brug' is daarmee een pseudoprobleem.

7. Wat is het enige dat volgens Husserl de fenomenologie bevestigt?


De wederzijdse correlatie tussen het bewustzijn (kenact) en de fenomenen (kenobject), los van de bevestiging van het onafhankelijke bestaan van elk van beide.
Voor Husserl bestaat er dus ook geen evidentie voor een ego als onafhankelijke subject.
De enige evidentie die we hebben, is die van een ego als de subjectieve mogelijkheidsvoorwaarde voor het verschijnen van de fenomenen.

22. Is Husserl in te delen als idealist / realist?

In feite overstijgt Husserl de discussie over idealisme en realsme, want de eerste zekerheid is de relatie tussen fenomeen en bewustzijn.
  • Wat de aard is van het subject en het object wordt tussen haakjes geplaatst. In Husserls denkwijze kan de werkelijkheid net zo goed verschijningsvorm van het cogito zijn als op zichzelf en los van het bewustzijn bestaan.
  • Het enige wat de fenomenologie bevestigt is de wederzijdse correlatie met het bewustzijn (ego; noësis of kenact) en de fenomenen (noëma of kenobject) los van de bevestiging van het onafhankelijk bestaan van elk van beide.

22. Is Husserl in te delen als idealist / realist?

In feite overstijgt Husserl de discussie over idealisme en realsme, want de eerste zekerheid is de relatie tussen fenomeen en bewustzijn.
  • Wat de aard is van het subject en het object wordt tussen haakjes geplaatst. In Husserls denkwijze kan de werkelijkheid net zo goed verschijningsvorm van het cogito zijn als op zichzelf en los van het bewustzijn bestaan.
  • Het enige wat de fenomenologie bevestigt is de wederzijdse correlatie met het bewustzijn (ego; noësis of kenact) en de fenomenen (noëma of kenobject) los van de bevestiging van het onafhankelijk bestaan van elk van beide.

Wat is de eerste zekerheid van Husserl?

  • Institutionele gerichtheid van bewustzijn op de wereld.
  • Bewustzijn is altijd bewust van iets.
  • Fout om te denken dat bewustzijn op zichzelf bestaat en daarna pas in contact buitenwereld treedt (Descartes)
  • Gerichtheid op buitenwereld (intentionaliteit) is precies wezen van bewustzijn. 

23. Waarom noemt Husserl het ego een transcendentaal ego?

Voor Husserl bestaat er geen evidentie voor een ego als onafhankelijk subject. De enige evidentie die we hebben, is die van een ego als de subjectieve mogelijkheidsvoorwaarde voor het verschijnen van fenomenen. Vandaar transcendentaal ego (naar analogie van Kant).

Wat doet Husserl met het probleem van de brug.

Hij ontmaskert het als een pseudo probleem. Er is namelijk altijd al een relatie tussen mens en wereld.
Het subject is betrokken op de wereld. Intentionaliteit.

Wat houdt intentionaliteit (gerichtheid op buitenwereld) in?


  1. Bewustzijn is open, niet gericht op zichzelf of eigen inhouden, maar op wat niet in het bewustzijn is, dwz op het andere dan het bewustzijn.
  2. Het ik (ego) begrijpt zichzelf als subject enkel en alleen voor zover het zichzelf ervaart als ‘niet het andere van het bewustzijn’.

Hoe breekt Husserl met moderne idee dat bewustzijn enkel bewustzijnsinhouden (voorstellingen) kent? (Zoals Descartes)

  • Bewustzijn is open, niet gericht op zichzelf of eigen inhouden, maar op wat niet in het bewustzijn is, dwz op het andere dan het bewustzijn.
  • Het ik (ego) begrijpt zichzelf als subject alleen als ‘niet het andere van het bewustzijn’.
  • Eerst is er onmiddellijke betrokkenheid op leefwereld, daarna wordt een ideële wereld van voorstellingen gemaakt.
  • We kennen wereld niet via onze voorstellingen. We hebben geen kleur- of geluidsvoorstellingen, maar zien gekleurde dingen en horen geluid.
  • Bewustzijn heeft wel een ideële voorstellingswereld maar dat is niet de primaire act van het bewustzijn.

Waarom is er volgens Husserl geen 'probleem van de brug'.

Het probleem van de brug stelt de vraag hoe subject met buitenwereld in contact treedt. Hoe weet ik of mijn voorstellingen overeenkomen met de werkelijkheid. Filosofen gingen hiermee uit van een op zichzelf bestaande realiteit.
Volgens Husserl is er echter altijd al een relatie tussen de mens en de wereld.

Wat is Objectivisme (Husserl)?

  • Wetenschap toont werkelijkheid zoals die werkelijk is.
  • Niet alleen weergave van de werkelijkheid om communicatie mogelijk te maken in leefwereld, maar werkelijkheid wordt getoond zoals die echt is.

Wat is een verschil tussen het idealisme en fenomenologie?

Idealisme kent inhoud toe aan subject, terwijl fenomenologie alleen spreekt over structuur die subject tot subject maakt.

Waarom noemt Husserl het ego een 'transcendentaal ego'?

Het is de mogelijkheidsvoorwaarde voor het verschijnen van fenomenen zonder meer.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo