De moderne tijd (16e eeuw - 19e eeuw) - Het empirisme: John Locke en David Hume - John Locke
12 belangrijke vragen over De moderne tijd (16e eeuw - 19e eeuw) - Het empirisme: John Locke en David Hume - John Locke
2. Wat is de inhoud van de geest bij de geboorte volgens Locke?
De geest is bij de geboorte een onbeschreven lei: tabula rasa. Er is dus geen vooraf gegeven inhoud of methode.
De geest wordt gevuld middels ervaring, die bij iedereen verschillend is (dat verklaart verschillen tussen volkeren).
John Locke hanteert twee soorten ervaringen waarbinnen de ideeën in de geest komen. Welke?
Inwendig (reflection)
- Innerlijke zelfwaarneming van mentale handelingen (willen, geloven)
Uitwendig (sensation) - zintuigelijk waarnemen van objecten
Primaire kwaliteiten
- Grootte, vorm, aantal, plaats, beweging en rust (meet- en telbaar)
- Kennis mogelijk
- Smaak, kleur en geur (niet meet- of telbaar)
- Geen kennis mogelijk
3. Wat bedoelt Locke met ervaring?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
5. Welk onderscheid maakt Locke bij het zintuiglijke waarnemen van objecten (sensation)?
- primaire kwaliteiten: zijn meet- en telbare kwaliteiten van dingen zoals grootte, vorm, plaats, beweging en rust
- secundaire kwaliteiten: volgens toenmalige fysica niet meet- en telbaar zoals kleur, smaak en geur
6. Welk onderscheid maakt Locke tussen de ideeën?
- elementaire (enkelvoudige) ideeën: rechtstreeks in ervaring gegeven en zijn de bouwstenen van de kennis, kunnen niet verder worden opgedeeld (als iemand het begrip van "geel" niet begrijpt, kun je het niet verder uitleggen aan die persoon. Het enige wat je kunt doen is een voorbeeld van geel aanwijzen en "geel" zeggen)
- complexe ideeën: verbindingen van enkelvoudige ideeën (een appel is een complexe ervaring van iets dat groen, rond en zoet is, de enkelvoudige ervaring van een appel bestaat niet)
7. Op welke wijze sluit Locke aan bij het nominalisme?
Hij deelt met de nominalisten de anti-platoonse opvatting dat er alleen afzonderlijke dingen bestaan.
Schoonheid en rechtvaardigheid zijn complexe voorstellingen die uit verbindingen van enkelvoudige ideeën bestaan.
Waarom kan een enkelvoudige ervaring van een appel niet bestaan? (Hume)
Wat zijn enkelvoudige ideeën? (Locke)
Wat zijn complexe ideeën? (Locke)
Als we bijvoorbeeld over een ‘taartje’ praten, is dit al een complex idee, samengesteld of gecombineerd uit de enkelvoudige ideeën ‘zoet’, ‘romig’, ‘roze’, enzovoorts. Ook ‘groter’ en ‘kleiner’ zijn bijvoorbeeld complexe ideeën, die ontstaan door reflectie (vergelijking) op de ervaring van ‘grootte’ van verschillende objecten.
Wat is een impressie van de tweede orde?
- Zo kan herinnering pijn leiden tot walging, verdriet of angst. Eerste enkelvoudige impressie (vlammende gewaarwording) wordt dan door krachtsverlies een idee (de herinnering aan pijn)
- Dat idee veroorzaakt vervolgens weer een impressie (een emotie), waaruit later weer een idee kan ontstaan (de idee van of herinnering aan angst).
David Hume onderscheidt impressies, enkelvoudige ideeën en complexe ideeën. Wat is het verschil tussen deze drie?
- Impressies zijn volgens Hume zintuiglijke indrukken of indrukken van zelfervaring (hiertoe behoren bijvoorbeeld emoties). Ze dringen volgens Hume met grote kracht en helderheid het bewustzijn binnen.
- Ideeën zijn de zwakkere afspiegelingen van deze impressies in ons verstand: het zijn ‘voorstellingen’. Alle enkelvoudige ideeën gaan volgens Hume rechtstreeks terug op impressies.
- Complexe ideeën zijn samenstellingen van of associaties tussen ideeën, die niet noodzakelijk hoeven te corresponderen met impressies.
Stel u voor dat u een appel in uw hand houdt. Hoe zou u volgens John Locke tot deze conclusie komen?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden