De oudheid (6e eeuw v.Chr. - 6e eeuw n.Chr.) - Het ontstaan van de Wijsbegeerte - Het relativisme van de sofisten

13 belangrijke vragen over De oudheid (6e eeuw v.Chr. - 6e eeuw n.Chr.) - Het ontstaan van de Wijsbegeerte - Het relativisme van de sofisten

Wat is de keerzijde van de overgang van een mythisch naar een rationeel wereldbeeld?

De traditionele samenlevingsverbanden komen op losse schroeven te staan. Of moeten minstens op hun geldigheid worden onderzocht.

De onttovering van de wereld. Wat gevolgen heeft dit?

  • de traditionele samenlevingsverbanden komen op losse schroeven te staan
  • wetten; wat bepaalt de wettigheid van gezag?
  • waarden; wat bepaalt de maatstaven van het handelen?
  • scepsis en relativisme
  • spanning tussen natuur (phusis) en cultuur (nomos)


1. De overgang van een mythisch naar een rationeel wereldbeeld betekent ook dat traditionele samenlevingsvormen ter discussie komen te staan, of minstens op hun geldigheid worden getoetst.
Waartoe leidt dit?


Sociale banden en omgangsvormen blijken eerder het resultaat van conventie dan dat ze van nature gelden.

Die aandacht voor de spanning tussen natuur en cultuur uit zich in allerlei maatschappelijke en politieke veranderingen.
Bijvoorbeeld:
Athene werkt in de 6e eeuw voor Chr. een democratische staatsorde uit.
Zowel in recht als in de politiek komen de oude, "natuurlijke" familiebanden onder druk te staan ten voordele van een gerationaliseerde bestuurspraktijk.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Door het contact met de totaal andere zeden en gewoonten van andere volkeren wordt de onmiddellijke evidentie van waarden en wetten als problematisch ervaren. Waar geeft deze ervaring aanleiding toe?

Tot scepticisme en relativisme.

De onttovering van de wereld transformeerde de Griekse wereld. Hoe werkte dit uit in Athene?

  1. democratische staatsorde, algemeen geldende wetten ipv absolute vorst
  2. codificatie van wetten, verbod op bloedwraak
  3. politiek, indeling in districten ipv oude samenlevingsverbanden
  4. poleis/stadstaten ipv archaïsche koninkrijken
  5. de natuur wordt gedragen door een algemeen geldende en volkomen inzichtelijke, immanente wetmatigheid

2. Wat is de parallel tussen de stadstaat en de natuur?

Het profiel van de stadstaat die haar eigen algemeen geldende wetten voortbrengt, vinden we terug in de het beeld van de natuur die gedragen wordt door een algemeen geldende en volkomen inzichtelijke, immanente wetmatigheid.

Waar bestaat Griekenland in de zesde eeuw v.C. uit nu er een eind aan de archaïsche koninkrijken is gekomen? Wie heerst daar?

Uit een veelheid poleis (stadstaten).
Daar heerst naast de absolute wil van de vorst een geschreven wet die algemeen toegankelijke en voor iedereen gelijk is.

Wat is een sofist en wie is de  voornaamste sofist, zijn stelling en wie bekritiseerde de sofisten?

  1. rondtrekkende leraar die tegen betaling tegemoetkomt aan de behoefte aan vorming en kennis die bruikbaar is om het eigen handelen te legitimeren. Onderwijs is retoriek, Kunst van het dispuut
  2. Protagoras,
  3. 'homo mensura': de mens is de maat van alle dingen, van de dingen die zijn, dat ze zijn, van de dingen die niet zijn, dat ze niet zijn
  4. kritiek: zij herleiden het woord tot een machtsmiddel (Plato) Er komt een kloof tussen kennis / kunde en de wijsheid. 

Wie verschijnen in de vijfde eeuw voor Christus? Wat zijn zij?

De sofisten: rondtrekkende leraren die tegen betaling tegemoetkomen aan de behoefte aan vorming en kennis, die bruikbaar is om het eigen handelen te legitimeren.

5. Welke filosofische overtuiging is de basis van de sofisten?


Op het relativisme.
Protagoras, de voornaamste sofist, is overtuigd relativist.
Volgens hem is er geen kennis van de ultieme waarheid mogelijk: de dingen zijn zoals ze mij toeschijnen. Wat voor de een warm is, voelt voor de ander koud aan. Vandaar de noodzaak om anderen te overtuigen

Wat onderwijzen de sofisten voornamelijk?

Retoriek en de kunst van het disputeren.
Ze herleiden het woord of de logos tot een puur machtsmiddel. De rede evolueert tot rede-voering, een monoloog die anderen meesleept.

Wat is de kritiek op de sofisten?

Zij hebben de kunst van het woord ten dienste gesteld van streven van macht. Kloof tussen kennis (of kunde) en wijsheid.

Waar leidt de sofistische afwijzing van elke absolute maatstaf (waar iedereen zou moeten beantwoorden)?

Die leidt ertoe dat ze hun vaardigheden tot puur retorische technieken terugvoeren.
Hierdoor ontstaat er een kloof tussen de kennis (of kunde) en de wijsheid, een situatie waartegen Socrates en zijn leerling Plato vanuit hun optiek wel moeten reageren.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo