De moderne tijd (16e eeuw - 19e eeuw) - Het kritisch idealisme: Immanuel Kant - De analyse van het kenproces: de zintuiglijkheid

14 belangrijke vragen over De moderne tijd (16e eeuw - 19e eeuw) - Het kritisch idealisme: Immanuel Kant - De analyse van het kenproces: de zintuiglijkheid

Hoe heet Kants theorie van de zintuigelijkheid

Transcendentale esthetica

1. Wat is Kants transcendentale esthetica?


Dit is de theorie van de zintuiglijkheid: wanneer ik iets waarneem dan is mij in die waarneming iets "gegeven". Die "gewaarwordingen" (Empfindungen) zijn de materie van de zintuiglijkheid.
Alle kennis begint doordat de zintuigen ons gewaarwordingen leveren.

Om de structuur die aan de waarneming ten grondslag ligt te achterhalen moet ik alles wat tot de concrete waarneming behoort wegdenken. Wat hoort wel tot de aanschouwing.

Alles wat kenmerk is van het waarnemen zelf (niet kleur, geur enz):
De ruimtelijkheid (uitgebreidheid) is vorm van het waarnemen. De ruimte is de vorm van de waarneming van de uiterlijke dingen.
De tijd is ook vorm van waarneming, gewaarwording neemt een zeker tijdsduur in beslag. De tijd is ook de vorm van innerlijke aanschouwing
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

2. Wat zijn ruimte en tijd volgens Kant?


Ruimte en tijd zijn onze manier om objecten waar te nemen.
Zonder ruimtelijkheid is geen enkele waarneming mogelijke. Denk het ruimtelijke aspect wet en de voorstelling zelf zal verdwijnen.
Tijd is eveneens een vorm van de waarneming van dingen: elke waarneming neemt immers een zekere tijdsduur in beslag.
Elke gewaarwording is dus steeds een gewaarwording in ruimte en tijd.
Gewaarwordingen gestructureerd in ruimte en tijd, noemt Kant "aanschouwingen" (Anschauungen)

Wat zijn gewaarwordingen en waaromzijn deze belangrijk volgens Kant?

De gewaarwordingen zijn de materie van de zintuigelijkheid. Zonder de zintuiglijkheid zou er geen realiteit zijn, alle kennis begint door de zintuigen die ons gewaarwordingen leveren.

3. Waarom behoren ruimte en tijd niet tot de wereld van de objecten, zoals de traditionele opvatting het wil?

  1. Ruimte is een noodzakelijke voorwaarde: zonder ruimte zouden er geen voorwerpen zijn. Ruimte kan dus niet zijn afgeleid van de objecten.
  2. Ruimte is een noodzakelijke aanschouwing a priori: we kunnen ons niet voorstellen dat er geen ruimte is, wel kunnen we alle voorwerpen uit de ruimte wegdenken.

Waarom zijn Ruimte en Tijd geen objecten van de waarneming volgens Kant? Ondersteun met 3 stellingen.


Ruimte en Tijd zijn onze manier om de objecten waar te nemen ze behoren niet tot de wereld van objecten maar zijn juist onze manier om deze waar te nemen.
1, Ruimte, kan niet van ervaringen afgeleid zijn, want ze zligt aan iedere ervaring ten grondslag.
2, Ruimte, is een noodzakelijke aanschouwing a priori
3, Elke gewaarwording neemt een tijd in beslag.

Ruimte en tijd behoren niet tot de wereld van de objecten. Wat is de reden.

1. Ruimte kan niet van de ervaring afgeleid zijn want ze ligt aan iedere ervaring ten grondslag. Is dus noodzakelijke voorwaarde: zonder ruimte zouden we geen voorwerpen zien.
2. Ruimte is een noodzakelijke aanschouwing a prior: we kunnen voorwerpen uit de ruimte wegdenken, maar de ruimte zelf niet.

Door de mogelijkheid van de wiskunde en meetkunde te verklaren vanuit de a priori aanschouwingen in tijd (en ruimte, meetkunde) is veel meer verklaard dan alleen waarom we kunnen tellen en meten. Wat?

1. Het transcendentale karakter van ruimte en tijd fundeert de mogelijkheid van een a priori geconstrueerd systeem dat toepasbaar zal zijn op elk voorwerp dat verschijnt (in tijd en ruimte).
2.  Omdat de structuur van de menselijke waarneming voor elke mens gelijk is, zijn de stellingen van de wiskunde algemeen toepasbaar.


Hoe kan Kant middels de ruimte en tijd te begrijpen als a priori structuren aan de kant van het subject de wiskunde verklaren?
Het antwoord is tweedelig.


1, Het transcendentale karakter van ruimte en tijd fundeert de megelijkheid van een a priori geconstrueerd systeem dat toepasbaar zal zijn op elk voorwerp wat verschijnt.
2, Omdat de structuur van de menselijke waarneming voor iedereen gelijk is zijn de stellingen van de wiskunde die hier ook op zijn gebaseerd algemeen geldig.

Wat is de kentheoretische positie van het traditioneel idealisme.

De objectiviteit van de wiskunde, d,.w.z. haar noodzakelijkheid,  geldigheid en toepasbaarheid op de werkelijkheid krijgt haar grondslag in een transcendentale subjectiviteit.
De structuur van de aan ons verschijnende werkelijkheid is immers niet afkomstig uit de dingen zelf, maar uit onze subjectiviteit ( de transcendentale vormen tijd en ruimte).


Onder welke noemer kunnen we Kants kentheoretische positie plaatsen?
(de structuur van de aan ons verschijnende werkelijkheid is niet afkomstig uit de dingen maar uit onze subjectiviteit).

Traditioneel idealisme

Waarom stelt Kant dat ruimte geen eigenschap van de dingen is, maar een vorm van waarnemen?

Zonder ruimtelijkheid is geen waarneming mogelijk
Onze zintuigelijke waarneming is van dien aard dat alles wat wij waarnemen zich in de ruimte voordoet.
Structuur van waarnemen voegt zelf die ruimtelijke uitgebreidheid toe aan de materie van zintuiglijkheid.

Wat is een verschil tussen tijd en ruimte volgens Kant?

Ruimte is de vorm van de aanschouwing van de uiterlijke dingen, terwijl de tijd ook de vorm is van de innerlijke aanschouwing (en dus van alle verschijnselen zonder uitzondering)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo