Somatisch symptoom-stoornissen
6 belangrijke vragen over Somatisch symptoom-stoornissen
Hoe is het beloop in de tijd van de verschillende somatisch-symptoomstoornissen (beloop)?
Ziekteangst
Conversie
Ziekteangst = licht of chronisch fluctuerend, bv ziekteangst reacties bij diagnoses in nabije omgeving
Conversie = soms acuut met gunstig self-limiting beloop, bij persoonlijkheidsstoornis en onderhoudend psychosociale factoren mogelijk chronisch met ernstige beperkingen
Welke observaties bij psychiatrisch onderzoek kunnen passen bij somatisch-symptoomstoornissen (klinische kenmerken)?
Zorgvuldige exploratie lichamelijke en psychische factoren en manier waarop deze elkaar beïnvloeden
- Opsporen disfunctionele gedachten, gedragingen en gevoelens (voorbeeld: als dokter 100x heeft gezegd dat ie het niet weet maar patiënt denkt dat dokter het wel weet maar niet zeg, steeds naar andere dokters gaan)
- Neem te tijd voor patiënt, neem klachten ernstig, en luister naar her verhaal
- Voorkom of-of denken
- Wees alert op comorbiditeit maar maak tegelijkertijd psychosociale stressoren bespreekbaar
- Lichamelijke oorzaak uitsluiten voor diagnose
- Probeer klachten te kwantificeren
- Beperk excessief aanvullend onderzoek
- Aandacht voor persoonlijkheid en middelengebruik
- Neurologische testen bij conversiestoornis
Wat is het psychologisch ‘nut’ van een somatisch-symptoomstoornis, een nagebootste stoornis en simulatie? Wat bedoelt men met ‘ziektewinst’?
Heeft daarmee allerlei benijdenswaardige effecten = secundaire ziektewinst (langer tijd voor examen, prijs die je niet verdient, prestatiebeurs niet terug betalen, uitkering). Iedereen die ziek is heeft secundaire ziektewinst
Nagebootste stoornis maken juist weinig gebruik van secundaire ziektewinst, gaat hierbij om erkend te worden als zieke met waardering van de dokter qua identiteit, waardering is groter als patiënt stoer/reel omgaat met klachten (bv dag na ontslag alweer aan het werk). In de ogen van de dokter perfecte patiënt zijn.
Bij simulatie is juist het doel de externe winst (bv niet in dienst hoeven)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe worden somatisch-symptoomstoornissen onderscheiden van nabootsing en simulatie?
dat symptomen geveinsd zijn is het nagebootst
Simulatie stoornis als persoon symptomen doelbewust voorwendt voor persoonlijk gewin, is niet psychiatrisch
Een middelbare school heeft 1000 leerlingen. Hoeveel van deze leerlingen zullen ongeveer in hun leven de diagnose somatisch-symptoomstoornis krijgen (epidemiologie)?
Welke biologische en psychosociale factoren dragen bij aan somatisch symptoom-stoornissen (etiopathogenese)?
Predisponerend
- Trauma (seksueel, fysiek, emotionele mishandeling)
- Cluster B/C persoonlijkheid
- Chronische stress
- Ziektegedrag tijdens opvoeding
Luxerend
- Stressituaties
- Somatische aandoening
Onderhouden
- Somatisch (chronische pijn)
- Cognitief (verhoogde aandacht lichamelijke sensaties)
- Affectief (depressieviteit, ongerustheid, zorgen maken)
- Gedragsmatige en sociale factoren (vermijding, vereenzaming)
Bij ziekteangst staat voorop disfunctionele overtuigingen over ziekte, misinterpretatie lichamelijke gewaarwordingen, sensorische amplificatie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden