Farmacodynamiek - Maagklachten

6 belangrijke vragen over Farmacodynamiek - Maagklachten

Zuurproductie door de maag is van groot belang voor adequate vertering van voedsel. Pariëtaalcellen van de maag produceren het maagzuur: HydroChloride (HCL). Cruciaal daarbij is de H+/K+-ATPase (protonpomp), die protonen het maaglumen in pompt. Die wordt op zijn beurt gestimuleerd door allerlei factoren, waaronder histaminerge stimulatie via de H2 receptor. Hoewel dit een fysiologisch proces is zijn er situaties waarin deze maagzuurproductie problematisch wordt. Noem hier 2 voorbeelden van.

1. Ulcus pepticum: zweer in maagdarmkanaal, onder te verdelen in een ulcus ventriculi (maagzweer) en ulcus duodeni (duodenumzweer).
2. Reflux-oesofagitis

Wat is een ulcus pepticum en hoe ontstaat deze?

Diepe aantasting van het maag- of darmslijmvlies, die reikt tot aan de muscularis mucosa. Dit veroorzaakt niet alleen forse pijnklachten, maar kan leiden tot maagbloedingen en/of perforatie, beiden potentieel dodelijk.
Risicofactoren zijn stoffen die:
- Direct het slijmvlies aantasten: pittig voedsel, alcohol, roken.
- De maagzuurproductie stimuleren: cafeïne of chocolade
- De dankzij prostaglandines onderhouden basische beschermlaag op het maagslijmvlies aantasten (NSAIDs) en/of het herstel van het maagslijmvlies belemmeren (corticosteroïden).

Wat is de volgende stap bij een patiënt met zuurbranden indien leefstijladviezen en saneren van medicatie onvoldoende effect geeft?
A. Antacida of mucosaprotectiva
B. Antihistaminica
C. Protonpompremmers

A. 1e stap is maagzuur direct neutraliseren met Magnesiumhydroxide (MgOH) of aluminiumhydroxide (AlOH), of Mucosaprotectiva zoals sucralaat geven.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Tentamenklassieker: Bijwerkingen van antacida zijn obstipatie en diarree. Welke veroorzaakt obstipatie?
A. Aluminiumhoudende antacida, AlOH
B. Magnesiumhoudende antacida, MgOH

A. Aluminiumhoudende antacida geeft obstipatie.
Magnesiumhoudende antacida geven diarree

Indien de patiënt uit het vorige voorbeeld na een maand terugkomt ivm persisterende klachten van zure reflux, wat is dan de volgende stap?
A. Combineren antacida en mucosaprotectivum
B. H2-antagonist starten
C. Protonpompremmer starten

B. Antihistaminicum starten na 2-4 weken bij onvoldoende effect. H2-receptor=histamine-2- receptor. Voorkeur voor famotidine gezien gunstig bijwerkingenprofiel en veiligheid bij zwangerschap en lactatie.

De antihistaminica tegen allergische reacties (cetrizine) werken anders dan de medicijnen die de histaminereceptoren in de maag blokkeren. Welke receptor wordt specifiek geblokkeerd door famotidine?
A. H1
B. H2

B. H2 receptoren zorgen bij agonisme door histamine voor een toename in de werking van de protonpomp (H+/K+-ATPase). Famotidine is een H2-receptor-antagonist. Cetrizine is een H1-receptorantagonist. Bij onvoldoende effect van een H2-antagonist wordt deze vervangen door een protonpompremmer (PPI), bijvoorbeeld omeprazol. Deze remt direct de H+/K+-ATPase in de pariëtale cellen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo