TV programmas

22 belangrijke vragen over TV programmas

Wie presenteert het programma "uit coma"en waar gaat het over?

Paul Witteman. Elk jaar 1000-3000 mensen in coma, waarvan velen niet meer wakker worden. Volgens neuroloog steven laureys wordt er in 1/3 van de gevallen vanuit gegaan dat de patiënt vegetatief is.

Farmacodynamiek: Wat is de invloed van een receptor-agonist, -antagonist en inverse agonist op de intrinsieke activiteit van een receptor.

Agonist: zorgt ervoor dat een receptor een bepaald effect (nog meer) veroorzaakt.
Antagonist: voorkomt dat agonist kan binden, brengt receptor niet onder niveau intrinsieke activiteit.
Inverse Agonist: veroorzaakt tegengestelde reactie op receptor als agonist.

Wat is het programma 100 dagen in je hoofd en wie presenteren het?

Tim den besten en nicolaas veul in psychiatrische kliniek eindhoven
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe kan de werking van een geneesmiddel langer duren dan de halfwaarde tijd? 4 opties

1. Het heeft een werkzame metaboliet met een langere halfwaardetijd.
2. Vertraagde afgiftevorm.
3. Het veroorzaken van een irreversibel effect op de receptor.
4. Er zijn 4-5 halfwaardetijden nodig voordat het medicijn uitwerkt.

Wat is de eenheid van de AUC die in de farmacokinetiek gebruikt wordt?

Concentratie*tijd, bijv (mg/L)*uur.

Hoe kun je de biologische beschikbaarheid uitrekenen uit de AUC per os en de AUC intraveneus.

AUCpo/AUCiv

Is het verdelingsvolume lager bij een lipofiel of een hydrofiel medicijn?

Bij een hydrofiel medicijn.

Als je een steadystate concentratie (Css)wilt opbouwen, na hoeveel halfwaardetijden bereik je deze dan?

Na 4-5 halfwaardetijden

Oudere mensen hebben meer vet en minder water. Wat is de invloed op het verdelingsvolume en de klaring van lipofiele geneesmiddelen?

Verdelingsvolume is hoger, klaring is lager (minder in de circulatie, meer in het vetweefsel).

Bij welke geneesmiddelen is het van belang een oplaaddosis te geven?
A. Bij geneesmiddelen met een hoog Vd
B. Bij geneesmiddelen met een laag Vd

A, lipofiele geneesmiddelen hebben een hoog verdelingsvolume (en lage klaring) en bevinden zich dus weinig in het serum.

Welke stelling over levermetabolisme is onjuist:
A: Bij fase 1 reacties wordt een molecuul polair gemaakt door bijv. Hydroxylering
B: Metabolisme door de lever maakt geneesmiddelen lipofieler
C: Metabolisme door de lever verzwakt meestal de werking van geneesmiddelen

B: metabolisme door de lever maakt geneesmiddelen hydrofieler waardoor ze sneller geklaard kunnen worden. (fase 1 reacties)

Wat is het verschil tussen fase 1 en fase 2 reacties bij het metabolisme door de lever?

1. Fase 1 reacties worden grotendeels verricht door CYP450 enzymen--> oxidatie, reductie & hydroxylering
2. Fase 2 reacties zijn conjugatiereacties waarbij het farmacon (evt na fase 1 reactie) geconjugeerd wordt aan een groot hydrofiel molecuul.

Noem drie voorbeelden van farmaca die via nulde-orde kinetiek geklaard worden.

1. Salicylaten
2. Omeprazol
3. Fluoxetine

Wat gebeurt er met de halfwaardetijd van een farmacon als de klaring ervan vermindert?

De halfwaardetijd neemt toe.

Een patient met simvastatine klaagt over spierpijn. Blijkt grapefruitsap-liefhebber. Wat is de basis voor de interactie tussen grapefruitsap en simvastatine?
A: Inductie van het CYP450-enzym door grapefruitsap
B: Inhibitie van het CYP450-enzym door grapefruitsap
C: Inductie van het CYP450-enzym door simvastatine
D: Inhibitie van het CYP450-enzym door simvastatine

B: simvastatine wordt gemetaboliseerd door CYP450-enzym, maar dit wordt geremd door grapefruitsap. Daardoor stijgt de halfwaardetijd en dus de Css

Sommige medicijnen kunnen CYP3A4 stimuleren (inductie) of remmen (inhibitie). Welke geneesmiddel is een inductor van CYP3A4?
A: Claritromycine
B: Itraconazol
C: Sint-Janskruid
D: verapamil
E: grapefruitsap

C, Sint-Janskruid. De rest inhiberen CYP3A4

Hoe definieer je het farmacokinetische begrip "klaring"?
A: de hoeveelheid farmacon die per tijdseenheid uit het lichaam wordt verwijderd (bijv. Gram/uur)
B: Het volume bloed wat per tijdseenheid ontdaan wordt van farmacon (bijv. Liter/uur)

Klaring is B
Antwoord A is de omschrijving voor excretie

Voor de meeste medicamenten geldt dat klaring geschiedt via eerste-ordekinetiek. Wat betekend deze term?
A: dat klaring constant is. Ongeacht de plasmaconcentratie wordt per tijdseenheid een gegeven volume ontdaan van farmacon.
B: het betekend dat klaring variabel is. Als de plasmaconcentratie hoger is wordt per tijdseenheid een hoger bloed

A. De systemen die voor klaring zorgen zitten lang niet aan hun maximale capaciteit vanwege de lage plasmaconcentraties van de meeste geneesmiddelen. Het volume wat geklaard wordt blijft dan dus gelijk.

Wat is nulde-orde kinetiek en wanneer treed het op?

Bij zeer hoge dosereingen (bijv. Alcoholintoxicatie) bereikt het klaringssysteem zijn max capaciteit. Het volume wat geklaard wordt hangt dan dus af van de plasmaconcentratie, want de systemen zijn slechts in staat tot excretie van een bepaalde hoeveelheid farmacon per tijdseenheid.

De halfwaardetijd is de tijd waarin de plasmaconcentratie van een farmacon halveert. Van welke factoren is dit afhankelijk?
A. Klaring
B. Verdelingsvolume
C. A+B

C.

Hoe beïnvloed het verdelingsvolume de halfwaardetijd van het farmacon?
A. Hoger verdelingsvolume --> kortere halfwaardetijd
B. Hoger verdelingsvolume --> langere halfwaardetijd

B. Hoger verdelingsvolume = meer lipofiel; dus minder gevoelig voor klaring en langere halfwaardetijd.

Van een geneesmiddel is de eiwitgebondenfractie 75%. Bij een GFR van 60ml/min is de klaring?
A: 0.1 liter/uur
B: 0.5 liter/uur
C: 1.0 liter/uur
D: 2.0 liter/uur

C. 25% van 60ml/min= 15ml/min. Omrekenen naar liter/uur. 15*60=900 ml/uur= 0,9 liter/uur

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo