Farmacodynamiek - Longproblemen

14 belangrijke vragen over Farmacodynamiek - Longproblemen

Astma en COPD zijn obstructieve longziekten. Wat zijn de voornaamste verschillen?

De luchtwegobstructie bij astma is reversibel, itt COPD.
Bij astma speelt bronchiale hyperreactiviteit een belangrijke rol.
De luxerende factor bij astma is meestal een allergische respons (Type I hypersensitiviteit), maar astma kan ook getriggerd worden door inspanning, infectie, blootstelling aan koude of door zure reflux met micro-aspiratie.
Bij COPD is chronische inflammatie met obstructieve remodellering van de luchtwegen het sleutelwoord. Ook treed bij COPD schade aan het longparenchym op (emfyseem) wat inhoudt dat de alveolaire septa worden vernietigd.

Longproblemen objectiveer je middels spirometrie:
Patiënt inspireert maximaal, waarna deze maximaal expireert. Je meet 2 volumes: het volume wat in 1 seconde wordt uitgeblazen (FEV1) en het volume wat in totaal wordt uitgeblazen (FVC, forced vital capacity).
Deze getallen deel je op elkaar (FEV1/FVC), en de uitkomst is de Tiffenau index. Deze is natuurlijk altijd kleiner dan 1, maar mag niet lager zijn dan 70%.
Hoe objectiveer je de reversibiliteit van de luchtweginfectie bij longproblemen?

Je geeft bronchodilatoren en herhaalt de test. Bij een significante verbetering is er sprake van reversibiliteit, wat duid op stma, zo niet duid dit op COPD.

Bronchiolen zijn voorzien van gladde spieren, die contraheren danwel dilateren, mede onder invloed van het autonome zenuwstelsel. Welke invloed hebben het sympatisch en parasympatisch systeem op bronchiolaire contractie?
A: parasympaticus zorgt voor bronchoconstrictie, sympaticus zorgt voor bronchodilatatie.
B: parasympaticus zorgt voor bronchodilatatie, sympaticus voor bronchoconstrictie.

A. Sympatisch-> hogere zuurstofbehoefte.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Van welke 2 van onderstaande geneesmiddelen verwacht je dat ze een bronchodilaterend effect zullen hebben?
A. Parasympaticolyticum
B. Parasympaticomimeticum
C. Sympaticolyticum
D. Sympaticomimeticum

A en D

Van welk van de onderstaande medicijnen verwacht je op grond van hun werkingsmechanisme dat er een risico is op bronchospasme als bijwerking?
A. Ipratropium
B. Propanolol
C. Salbutamol

B.
Ipratropium en salbutamol zijn bronchodilatoren. Propanolol is een niet selectieve betablokker die in uitzonderlijke gevallen bronchospasme kan veroorzaken.

Bij de behandeling van astma en COPD worden dus sympathicomimetica en parasympathicolytica gebruikt, overigens beide in inhalatievorm. Deze worden weer onderverdeeld in langwerkende en kortwerkende varianten. Welke werkingsduur is over het algemeen effectiever als het is voorgeschreven voor aanvalsbehandeling?
A. Kortwerkend
B. Langwerkend

A. Voor aanvalsbehandeling kies je een kortwerkend middel.

Vanwege de inflammatoire component die een rol speelt bij astma zijn corticosteroïden een hoeksteen van de onderhoudsbehandeling. Dit is bij COPD minder het geval. Welke uitspraak hierover is juist?
A. Orale toediening van corticosteroïden heeft geen plaats in de behandeling van obstructief longlijden
B. Inhalatiecorticosteroïden, bijv. Fluticason, staan bekend om het risico op orofaryngeale candidiasis
C. Inhalatiecorticosteroïden veroorzaken vaak een hyperglykemie

B. Dit berust op het lokale immunosuppressieve effect door de neerslaande partikels.

Een patiënt van 17 jaar oud heeft tweemaal per week een typische aanval van astma. Wat is je aangewezen beleid?
A. SABA zo nodig
B. SABA vast
C. LABA zo nodig 
D. LABA vast
E. Inhalatiecorticosteroïd zo nodig
F. Inhalatiecorticosteroïd vast

A. Bij frequentie hoger dan 2x/week is een indicatie voor onderhoudstherapie.

Indien een patiënt met astma >2 aanvallen per week heeft is alleen een aanvalsbehandeling z.n. Onvoldoende en moet onderhoudsbehandeling worden ingesteld. Welke van de onderstaande opties is dan eerste keus?
A. Tweemaal daags een SABA
B. Een inhalatie corticosteroïd
C. Een LABA

B, een inhalatiecorticosteroïd werkt profylactisch. Evt icm een LABA

Het gebruik van LABA's (en SABA's) kan gepaard gaan met bijwerkingen, waardoor het soms nodig is om een antimuscarinerg alternatief (LAMA of SAMA) te proberen. Wat is een bijwerking van een LABA?
A. Tremor
B. Droge mond
C. Vertraagde maag-darmpassage

A.
Bijwerkingen LABA's en SABA's: tremoren, hoofdpijn en agitatie.
Bijwerkingen LAMA's en SAMA's:  speekselproductie en versterkte darmmotiliteit.

Indien de patiënt uit de vorige vraag onvoldoende effect heeft, ondanks een inhalatiecorticosteroïd en een LABA, kan het geneesmiddel montelukast worden toegepast. Hoe werkt dit geneesmiddel?
A. Het is een immunosuppressivum dat anders werkt dan corticosteroïden
B. Het zorgt voor gladde spierrelaxatie

Montelukast is een leukotriënenreceptorantagonist. Leukotriënen zijn stoffen die vrijkomen uit o.a. Basofiele granulocyten en die niet alleen gladde spiercontractie veroorzaken maar ook de productie van mucus en vocht. Ze spelen dus een belangrijke rol bij astma, allergische rhinitis en andere allergische reacties. Het effect van Montelukast moet na 2 maanden geëvalueerd worden, bij onvoldoende effect of bijwerkingen (mn BLWI) moet het worden gestaakt.

Wat zijn de 4 belangrijkste zaken in de onderhoudsbehandeling van astma?

1. SABA's alleen z.n. Bij max. 2 aanvallen per week.
2. Hoeksteen van de behandeling is inhalatiecorticosteroïd, als dan niet met een LABA.
3. Bij onvoldoende effect kan montelukast worden toegevoegd of de dosering van ICS/LABA verhoogd.
4. Bij bijwerkingen door een LABA (tremoren/hoofdpijn) kan een LAMA worden geprobeerd.

Wat zijn de 3 stappen in de behandeling van COPD?

1. Bij weinig frequente dyspnoe: SABA of SAMA zo nodig.
2. Bij regelmatige dyspnoe: LABA/LAMA onderhoudsdosering
3. Bij frequente excacerbaties,  2 of meer per jaar ondanks LABA of LAMA, overweeg onderhoudsdosering corticosteroïd.

Wat is de behandeling bij een longaanval/ernstige exacerbatie COPD bij een ABCDE-instabiele patiënt?
A. SABA, verneveling
B. SAMA, verneveling
C. Corticosteroïd i.v. Of i.m.
D. A+B
E. A+B+C

E. Bijv. Salbutamol, ipratropium en dexamethason i.v.
Bij minder ernstige aanvallen (ABCDE-stabiel) wordt gestart met een SABA, z.n. Wordt hier een SAMA toegevoegd. Na verbetering wordt een kuut predniso(lo)n gegeven van 5-14 dagen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo