Farmacodynamiek - Depressie
15 belangrijke vragen over Farmacodynamiek - Depressie
Antidepressiva werken over het algemeen door de hoeveelheid van één of meerdere neurotransmitters in synapsspleten te verhogen. Dat doen ze door de eiwitten die zorgen voor presynaptische heropname te inhiberen. Welk van de onderstaande neurotransmitters speelt de belangrijkste rol bij stemmingsstoornissen?
A. Dopamine
B. Noradrenaline
C. Serotonine
Wanneer je weet op welke neurotransmitter antidepressiva aangrijpen, dan kun je op basis van fysiologische kennis ook beredeneren welke bijwerkingen kunnen optreden bij gebruik van elk. Welke categorie antidepressiva stimuleert serotonerge neurotransmissie?
A. Selectieve Serotonine Heropname Remmers (SSRI's)
B. Tricyclische andtidepressiva (TCA's)
C. Zowel A als B
Stelling: een TCA is hetzelfde als een SNRI (Serotonine-Noradrenaline heropname remmer).
A. Juist
B. Onjuist
SNRI's worden ook wel niet selectieve serotonineheropnameremmers genoemd en worden vrijwel alleen in de gespecialiseerde GGZ gebruikt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke van onderstaande geneesmiddelen is een TCA?
A. Amitryptiline
B. Citalopram
C. Fluoxetine
D. Paroxetine
Sommige SSRI's eindigen op -oxetine (fluoxetine, paroxetine), maar Sertraline en Citalopram zijn ook SSRI's
SSRI's en TCA's kunnen worden gebruikt bij patiënten waar een niet-medicamenteus beleid (bijv. Voorlichting en psychotherapie) niet effectief of niet gewenst is. Naar welke categorie geneesmiddelen gaat in een ambulante setting over het algemeen de (lichte) voorkeur uit als eerste keus?
A. SSRI's
B. TCA's
Naast tegen depressie kunnen SSRI's en TCA's ook voor andere indicaties gebruikt worden. Voor welke indicatie is een TCA niet geschikt maar een SSRI wel?
A. Angststoornissen
B. Neuropathische pijn
TCA's worden ook wel dirty drugs of sloppy antidepressants genoemd door de ongerichtheid van hun werking. Zo stimuleren ze enerzijds noradrenerge neurotransmissie (sympathicomimetisch effect), anderzijds blokkeren ze juist alfareceptoren, zodat de systemische arteriële bloeddruk daalt en patiënten meer last krijgen van (orthostatische) hypotensie. Waarop zijn de bijwerking droge mond, obstipatie en urineretentie gebaseerd?
A. Anticholinerg effect
B. Antimuscarinerg effect
C. Versterkte serotonerge neurotransmissie
Mechanisme TCA+ Bijwerkingen:
Muscarinereceptorblokkade (anti-cholinerg- treedt zeer vaak op, m.n. Bij ouderen): Droge mond (Xerostomie), obstipatie, urineretentie, erectiestoornis.
Noradrenerg: tachycardie, tremor
Serotonerg: Misselijkheid, braken, diarree.
Histamine-1-receptorblokkade (antihistaminerg): Sedatie
Alfa-1-receptorblokkade: orthostatische hypotensie
Kinidine-achtig: hartgeleidingsstoornissen, ritmestoornissen (kinidine=anti-aritmicum)
Bij welk geneesmiddel verwacht je dat, op farmacologische gronden, een recent myocardinfarct een contra-indicatie is?
A. Amitryptilline
B. Fluoxetine
Bij ouderen gaat de voorkeur uit naar een specifieke TCA, omdat daarvan empirisch een gunstiger bijwerkingenprofiel bevonden is. Welk TCA is dat?
A. Amitryptilline
B. Imipramine
C. Nortritryptilline
Van de SSRI's gaat de voorkeur uit naar sertraline en citalopram.
Naast het middel is het vang belang dat de dosis raadzaam wordt gekozen.
Hoewel SSRI's een gunstiger bijwerkingenspectrum hebben dan TCA's kunnen zij ook een aantal serieuze bijwerkingen veroorzaken. Welke van onderstaande is geen potentiële bijwerking van SSRI's?
A. Diabetes insipidus
B. Bloeding door trombocytopathie
C. Serontoninesyndroom
Hoe beïnvloeden SSRI's de primaire hemostase?
11. Welke stelling over antidepressiva is juist?
A. De werking en bijwerking treden meestal beiden binnen enkele uren op
B. De werking treed meestal eerder op, bijwerkingen treden pas op na langduriger gebruik.
C. De bijwerkingen treden meestal eerder op, de werking treed pas op na langduriger gebruik
Welke stelling over het staken van antidepressiva is juist?
A. Antidepressiva mogen, mits in lage dosering, zonder meer levenslang worden gebruikt.
B. Antidepressiva worden bij voorkeur na 6 maanden gestaakt.
C. De respons op antidepressiva moet afgewacht worden tot 6 maanden na de start van de behandeling vooraleer wordt geëvalueerd of dit moet worden voortgezet.
D. Bij goede respons op antidepressiva wordt de behandeling bij voorkeur 6 maanden voortgezet, waarna het wordt afgebouwd.
Lithium is een stemmingstabilisator die wordt gebruikt bij bipolaire stoornissen (episoden van manie en depressie) en als toevoeging bij ernstige unipolaire depressie indien alleen een SSRI of TCA onvoldoende effect geven. Bij het gebruik van Lithium moet de nierfunctie worden gecontroleerd. Wat is hiervoor de belangrijkste reden?
A. Lithium veroorzaakt nierfunctiestoornissen
B. Lithium wordt renaal geklaard
Waar de plasma-natrium-concentratie invloed kan hebben op de lithiumspiegels, kan lithium ook een bijwerking veroorzaken die de plasma-natrium-concentratie beïnvloed, te weten diabetes insipidus. Wat gebeurt er bij diabetes insipidus met de natriumconcentratie in het bloed en de urine?
A. In bloed omhoog, in urine omhoog
B. In bloed omhoog, in urine omlaag
C. In bloed omlaag, in urine omhoog
D. In bloed omlaag, in urine omlaag
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden