Syllabus PMG - Sensibiliteit

9 belangrijke vragen over Syllabus PMG - Sensibiliteit

Wat zijn de onderdelen van het Centraal zenuwstelsel (CZS), van beneden naar boven:

Centraal zenuwstelsel (CZS), van beneden naar boven:
  1. Ruggenmerg (medulla spinalis): Het ruggenmerg is onder te verdelen in 30 segmenten,  van boven naar beneden:
    1. 8 cervicaal
    2. 12 thoraal
    3. 5 lumbaal
    4. 5 sacraal
  2. De hersenen

Voor de hersenen worden verschillende indelingen gebruikt.
● Voorhersenen, op te delen in
○ Telencephalon
○ Diencephalon met oa. de
■ thalamus
■ hypothalamus
■ hypofyse
■ pijnappelklier (epifyse)
■ derde ventrikel
● Middenhersenen
● Ruithersenen, op te delen in
○ Metencephalon
○ Myelencephalon

Let op de volgende synoniemen/vertalingen:
● telencephalon= grote hersenen, ook het cerebrum of de eindhersenen genoemd
● Medulla oblongata=verlengde merg
● Diencephalon=tussenhersenen
● Middenhersenen=mesencephalon
● Hersenstam=truncus cerebri
● Ruithersenen=rhombencephalon
● Pons=brug van Varol

Functionele verschil tussen afferente en efferente zenuwvezels.

Afferente zenuwvezels-> sensorisch zenuwstelsel.


Afferent=aanvoerend ->naar CZS. Dragen sensorische informatie als pijn, temperatuur, aanraking, druk en proprio-ceptieve sensaties van spieren, pezen en gewrichten naar CZS. 
Efferente zenuwvezels->motorische zenuwstelsel. Efferent=afvoerend ->afvoerend van CZS. Deze dragen impulsen van CZS naar skeletspieren, waardoor bewegingen (bewust/ onbewust) uitgevoerd kunnen worden. 

Algemene functionele onderverdeling van zenuwvezels: somatomotorisch,  somatosensibel, visceromotorisch (autonoom), viscerosensibel, speciaal sensibel

sans-serif- Somatomotorische zenuwvezels: zenuwvezels die impulsen naar skeletspieren sturen voor bewuste spierbeweging en fijne motoriek. Unilaterale spiermassa geïnnerveerd door een enkele spinale zenuw-> myotoom

- Somatosensibele zenuwvezels: somatische afferente vezels dragen sensorische informatie van receptoren naar het CZS toe. Opgedeeld in exteroceptief  (pijn, temperatuur, aanraking, druk) en proprioceptief (van spieren, pezen, gewrichten).
- Visceromotorische (autonome) zenuwvezels: efferente vezels, onderdeel autonoom zenuwstelsel ->alle spinale zenuwen die glad spierweefsel, bloedvaten, zweetklieren, spieren huid innerveren. 
- Viscerosensibele zenuwvezels: afferente vezels, dragen pijn impulsen interne  organen.
- Speciaal sensibel: speciale zenuwvezels, bijv. zicht en gehoor.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Spinale en autonome ganglia en het functionele verschil tussen beide

Autonome ganglia->ganglia in parasympathische/sympathisch  zenuwstelsel. Kunnen zowel paravertebraal (grensstreng) als prevertebraal (celiac, superior mesenteric, aortico-renal, inferior mesenteric, ciliary, pterygopalatine,  submandibular, otic en parotid ganglion) liggen. In parasympathisch systeem kunnen ganglia ook dichtbij (enteric ganglion) of in (intrinsic) de wand doelorgaan liggen. 

Spinale ganglia bevatten cellichamen van somatische neuronen van posterieure spinale wortels. Vezels in de posterior spinale wortels zijn afferent en bevatten sensorische informatie over het lichaam. (Cellichamen motorisch efferente neuronen in voorhoorn)

Enkele belangrijke zenuwstructuren in de romp: truncus sympathicus, n. vagus, nn. intercostales. Wat is tussen deze drie zenuwstructuren het functionele verschil t.a.v. de motorische innervatie die ze verzorgen?

Truncus sympathicus: sympatische grensstreng-> weerszijden wervelkolom. Sympathische systeem-> autonome activatie gladde spiergroepen en hart om inspanning te vergemakkelijken.
Nervus vagus-> parasympathisch zenuwstelsel die vegetatieve organen in hals, borst en bovenbuik innerveert. Sympathisch zenuwstelsel synapst in grensstreng ->dus lange postganglionaire vezel). Bij parasympathisch-> synaps bij het doelorgaan (korte postganglionaire vezel).

nn. intercostales sturen spieren aan in borst zoals mm. Intercostales externi en interni (tussenribspieren) aan,  betrokken bij ademhaling.
Kortom, de truncus sympathicus en nervus vagus (N. X) onderdelen autonome zenuwstelsel en de nn. intercostales (T1-T11) -> somatisch zenuwstelsel.

Proprioceptie, extero- en interoceptie.
(guyton 14th edition ch 48 blz 599)

Somatische sensaties vaak geklasseerd:

● Exteroceptieve sensatie: stimuli op oppervlakte lichaam, hoe je je omgeving waarneemt ->aanraking, temperatuur etc.
● Proprioceptieve sensatie: stimuli fysieke staat lichaam: positie en beweeg sensaties, pees- en spier sensaties, druk sensaties, evenwicht/equilibrium sensaties (vestibulair systeem).
● Interoceptieve sensatie: algemene informatie over interne lichaamscondities en organen, zoals temperatuur en bloeddruk

Sensorische symptomen bij een zenuwziekte. Vitale sensibiliteit, gnostische sensibiliteit

Epicritische (=gnostiche) informatie: nodig voor controleren bewegingen. Geen gnostische informatie->dyskinesie. Voorbeeld: restless legs syndroom. Patiënt voelt sensaties onderbenen, heeft onweerstaanbare neiging benen te bewegen. Dit hoofdzakelijk ‘s nachts ->lastig slaap. Als verlies gnostische sensibiliteit groot is-> athetotische bewegingen->niet precies voelen waar ledematen zich bevinden door verstoorde proprioceptie-> positie niet bewust corrigeren (pseudoathetose).

Een tekort sensorische informatie (deafferentiatie) kan leiden tot sensorische symptomen als branderig gevoel, vervelende sensatie bij aangeraking en abnormale waarneming temperatuur (bijv. koude voeten-> warm). Hyporeflexie/areflexie ook sensorische symptomen bij zenuwziekte.

Myelopathie zonder structurele afwijkingen (gecombineerde strengziekte).

Oorzaak: Myelopathie door vitamine-B12-deficiëntie
Pathofysiologie, symptomen, beloop:
- Ontstaat doorgaans geleidelijk met gnostische sensibiliteitsstoornissen en paresthesieën aan de benen, waarbij er bij onderzoek verschijnselen van achterstrengstoornissen zijn. Vaak ook polyneuropathie benen.
- Later piramidebaan stoornissen-> gecombineerde strengziekte. Pathologische voetzoolreflexen EN areflexie naast elkaar.
- Psychische veranderingen (pseudodementie).
- Vitamine-B12-tekort veroorzaakt ook hematologische afwijkingen, maar vaak niet parallel aan neurologische uitvalsverschijnselen. Multivitaminepreparaten kunnen voorkomen dat bloedbeeld pathologisch wordt, maar voor behandeling neurologische afwijkingen grotere doses parenteraal toegediende vitamine B12 nodig.

Behandeling bij neurologische afwijkingen:
- Vitamine B12 suppletie: hoge doses, parenteraal

N. radialis, verloop en functie.

Verloop:

- De nervus radialis ontstaat uit de plexus brachialis. De nervus radialis treedt de arm posterior aan de a. brachialis binnen, tevens mediaal t.o.v. de humerus en anterior t.o.v. de lange kop van de triceps.
- In de cubitale fossa (elleboog) verdeelt de nervus radialis zich in 2 takken: een oppervlakkig gelegen tak (superficialis) en een diep gelegen tak (profundus). De Superficialis loopt door naar de hand.

Functie:
Aansturen van spieren in het posterieure gedeelte van de arm
Extensie van de onderarm, pols en vingers.
Hand supinatie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo