Samenvatting: Wk 7: Politiek, Beleid En De Vrije Wil
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van wk 7: Politiek, beleid en de vrije wil
-
1 Beperkte rationaliteit
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de taak van de overheid bij het stimuleren van het rationeel kiezen?
De juiste financieele prikkels en informatie verschaffen, zodat mensen rationele keuzes kunnen maken. -
Hoe kan de overheid de keuzes van de burgers sturen?
Via de keuzearchitectuur. Dit houdt in dat de overheid keuzes vormgeeft, zoals ze daarmee het resultaat bereiken wat ze willen bereiken. Bijv. Zijn er meer donoren nodig in NL? Dan kan de default-keus ingesteld worden op standaard donor, tenzij je expliciet aangeeft geen donor te willen zijn. -
Wat hebben welvaart en welzijn te maken met het libertaire paternalisme?
Het libertaire paternalisme zal er wellicht toe leiden dat mensen meer welvaart en welzijn genieten. Ze maken immers de beste keuzes. Dit is veel waard, maar het gaat ten koste van de vrije wil, begrepen als zelfverwerkelijking. Het interne reflectieproces waarin iemand zichzelf de vraag stelt of de keuze in overeenstemming is met zijn werkelijke verlangens, wordt overgeslagen. -
Tocqueville schetste een beeld van een almachtige overheid die de burgers als grote kinderen van de wieg tot het graf leidt, wat wordt daarmee bedoeld?
Door middel van libertair paternalisme neemt de overheid keuzes voor de mens, daardoor ontneemt het de mens om te leren verstandig te kiezen. Dit leren kiezen moet geschieden door herhaalde uitoefening. En daarmee hun verlangens beter te leren kennen. Het houdt mensen dom, wat Tocqueville symboliseert met een (onwetend) kind. -
Twee bezwaren tegen het libertair paternalisme tav de zelfverwerkelijking.
1. Mitchell: het is niet libertair omdat het niet draait om maximalisering van vrijheid, maar om maximalisering van welvaart en welzijn. De overheid moet werkelijk ruimte bieden voor zelfverwerkelijking door een keuze zo vorm te geven dat de luie of onnadenkende kiezer nog zoveel mogelijk opties openhoudt.2. Daarnaast houdt het libertair paternalisme de mensen dom. Verstandig kiezen in overeenstemming met de eigen verlangens is een vaardigheid die mensen meoten leren door herhaalde oefening. Met als gevolg dat mensen hun verlangens weer beter leren kennen. -
Kritiek op nieuwe besturingsfilosofie van Thaler en Sunstein:
1. tegen de veronderstelling dat de overheid beter dan het individu zou kunnen bepalen wat iemand 'echt' wil.2. het libertaire paternalisme tast wel degelijk de keuzevrijheid aan. (als die nudges zo effectief onze keuzes kunnen beinvloeden, kunnen die nudges dan tegelijk zo makkelijk worden weerstaan? waarschijnlijk niet!)3. gevaar van manipulatie. -
Noem twee voorbeelden van nudges die de overheid kan geven?
1. Om te zorgen dat werknemers meer gaan sparen, zorgen dat zij automatisch deelnemen aan het pensioen-spaarprogramma.2. Om te zorgen dat mensen gezonder gaan eten, de gezonde voeding een prominentere plek in de winkel/kantines geven. -
Hoe heet de nieuwe sturingsfilosofie van Thaler en Sunstein die zij lanceren op basis van de voorbeelden van nudges die zij geven?
Libertair paternalisme. Libertair omdat de keuzevrijheid wordt behouden, mensen kunnen afwijken van de standaardkeuze. Maar paternalistisch omdat de overheid wel een visie heeft op wat de beste keuze is en gebruik maakt van de beperkingen in menselijke rationaliteit om burgers een zetje in de goede richting te geven. -
2 Meevaren op de stroom
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is zelfregulatie of zelfcontrole?
Uit vrije wil ervoor kiezen niet aan impulsen toe te geven. (we zijn geen automaten, ook al is ons gedrag niet op redenen gebaseerd en veeleer een automatische reactie op stimuli in onze omgeving). -
Noem twee voorbeelden waaruit blijkt dat irrelevante factoren invloed hebben op ons gedrag?
1. Mensen zijn geneigd meer te eten tijdens het tv kijken, wanner zij reclames voor snackproducten zien (Harris e.a. 2009).2. Proefpersonen die tijdens een taalvaardigheidstaak woorden te horen kregen die te maken hadden met het stereotype van bejaarden, liepen na afloop langzamer naar de lift, dan de controlegroep.3. Proefpersonen handelen cooperatiever in een spel wanneer het community game heet, dan wanneer het wallstreetgame heet.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden