Wonen marktanalyse ppt
43 belangrijke vragen over Wonen marktanalyse ppt
Wat is de rol van de overheid bij BBP
Uitkeringen zijn geen onderdeel van de kringloop
Licht de rol van het buitenland toe in het bbp
Wat is netto export en licht het toe voor Nederland en de VS
– Voor NL geldt dat X > M, netto export is positief.
Voor de VS geldt dat M > M, netto export is negatief
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat geven de blauwe en roden banen in het plaatje van bbp aan en hoe verhouden de kleuren zich tot elkaar?
Het totaal van de rode stromen is gelijk aan de blauwe stromen
Op welke 3 manieren wordt het bbp gemeten?
En geef de formule die daar bijhoort
-Via de toegevoegde waarde: optellen van de waarde van de productie van bedrijven en overheid
-Via de inkomens: huur + pacht + rente (M) + loon (W) + winst (P)
Wat zijn factor kosten
Natuur – pacht
Arbeid – loon
Kapitaal - rente, huur
ondernemerschap - winst
Door welke oorzaken ontstaat werkeloosheid en licht toe.
- conjunctuur: oorzaak te weinig bestedingen (vraagkant)
- structuur: oorzaak is veranderingen in aanbodkant
(kwantitatief/kwalitatief)
Licht de begrippen Conjunctuur en structuur van de economie toe.
En hoe verhouden deze begrippen zicht tot elkaar. En in welke periode zitten we nu?
Structuur= aanbodkant van de economie
In de loop van de tijd wisselen periodes van hoogconjunctuur (dreiging van overbesteding) en laagconjunctuur (dreiging van onderbesteding) elkaar met een zekere regelmaat af
Momenteel zitten we in een situatie van laagconjunctuur
Tekenen van herstel, maar ook twijfel of we het diepste punt al hebben bereikt
Noem 2 soorten beleid van de overheid en door wie wordt de speelruimte beperkt
-beïnvloeden vraagkant van de economie
(overheidsbestedingen, belastingen,
subsidies)
Structuurbeleid
-beïnvloeden aanbodkant van de economie
(b.v. infrastructuur, fiscaal beleid,
arbeidsmarktbeleid)
N.B. speelruimte beperkt door EU! (3% tekortnorm)
Noem voorbeeld van indicatoren bij onroerendgoedmarkt en conjunctuur
-BBP stijgt: toename investeringen in b.v.
bedrijfspanden
-consumentenvertrouwen stijgt: huizenmarkt trekt
aan
-rente stijgt: stijging financieringslasten
investeringen, hypotheekrente
-energieprijzen stijgt: energiezuiniger bouwen
Wat is de invloed van het buitenland op de Nederlandse economie?
-conjunctuur afhankelijk van internationale conjunctuur
-wisselkoersen: dure euro nadelig voor export, maar goedkopere import
-EU: wetgeving
Wat is de conjunctuurklok cbs
Vijftien geselecteerde indicatoren worden gezamenlijk afgebeeld, waardoor een samenhangend beeld van de stand van de conjunctuur ontstaat
Wat is overheidsingrijpen en welke soorten ken je
(minimum - en maximumprijzen, indirecte belastingen, subsidies)
Licht toe de bedrijfskolom woningbouw
grondexploitant
naar
projectontwikkelaar
naar
financierder (belegger)
naar
bouwonderneming
naar
makelaar
naar
eindgebruiker
Noem drie voorbeelden van concurrentie in de woningmarkt.
Concurrentie binnen bedrijfstak – en kolom
•Intern (bijvoorbeeld tussen makelaars onderling)
•Extern (bedrijven binnen bedrijfskolom: ontwikkelaars die marge afpakken van bouwbedrijven)
•Potentieel (nieuwe toetreders)
Noem 3 Brancheorganisaties binnen de bedrijfstak makelaardij
Licht toe de dynamiek in de bedrijfskolom/bedrijfstak
*Integratie, bedrijfskolom wordt korter
*Differentiatie, bedrijfskolom wordt langer
*Parallellisatie, bedrijfskolom wordt breder
*Specialisatie, bedrijfskolom wordt smaller Voorbeelden woningbouw?
Licht toe Structuurveranderingen in de vastgoedsector: “PLOF”, de crisis
-Kopen was verantwoord omdat de waardeontwikkeling zou doorzetten.
-Tegelijkertijd was de rente laag en kapitaal overvloedig beschikbaar.
-Met een ‘worst case scenario’ van een kredietcrisis hield niemand rekening.
Sinds de crisis zijn er veranderende marktomstandigheden
•-Schaarste aan krediet, prijsdalingen en onzekerheid
-van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd
Al langer gaande:
• schaalvergroting, internationalisatie en concentratie.
•integratie
- grote projectontwikkelaars overgenomen
door bouwondernemingen;
•parallellisatie
- woningcorporaties gefuseerd en actief geworden op
de koopwoningmarkt
Licht een marktomstandigheid toe als gevolg van crisis op de situatie van de woningmarkt
-van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd
Noem 4 bepalende factoren voor de indeling van markten
Aantal aanbieders
Aantal afnemers/vragers
Transparantie van de markt
Toetredingsmogelijkheden
Schets het plaatje overzicht marktvormen en kenmerken
Noem twee voorbeelden van overheidsingrijpen in de markt en licht toe welke ingrepen gedaan kunnen worden
Bij marktimperfecties: de markt werkt niet goed
- Minimum en maximumprijzen
- Quoteren (bouwvergunningen)
- Indirecte kostprijsverhogende belastingen als btw, accijnzen, overdrachtsbelasting
- Subsidies zoals huurtoeslag/hypotheekrenteaftrek/
nationale hypotheekgarantie (tot € 265.000)
Vraagbepalende factoren op de woningmarkt
•Inkomen/ conjunctuur
•Demografische ontwikkeling
•Prijzen huurwoningen/koopwoningen
•Voorkeuren
•Wet- en regelgeving
•Hypotheekrente
•Consumentenvertrouwen
Negatief verband. En hoe kun je dat zien in de grafiek?
Als de prijs stijgt neemt de gevraagde hoeveelheid af
Als de prijs daalt neemt de gevraagde hoeveelheid toe.
Dit negatieve verband blijkt ook uit het dalende verloop van de vraagcurve en uit
E (pq) <0
Oorzaken van Verschuiven van de vraagcurve.
Geef een voorbeeld bij prijs en vraag van huurwoningen
De vraagcurve schuift op: oorzaken: behoeften, inkomen, substituties, aantal vragers.
Bijv. Op x-as vraag huurwoningen en op y-as prijs huurwoningen Verschuiving vraagcurve: prijs koopwoningen stijgt, vraag naar huurwoningen stijgt als we veronderstellen dat koop- en huurwoningen substituten zijn
Leg uit het begrip prijselasticiteit van de vraag, de formule en wanneer je het gebruikt.
hulpmiddel om de gevoeligheid van de vraag voor prijsveranderingen in een getal uit te drukken
formule:
Epq = %-verandering gevraagde hoeveelheid
---------------------------------------------
%-verandering prijs
vraag:Waarom zal bij de meeste producten de prijselasticiteit van de vraag negatief (<0) zijn?
Stel dat als de prijs van goed A stijgt van €2 naar €2,20, de gevraagde hoeveelheid daalt van 200 naar 150. Hoe groot is dan Epq?
P 2 => 2,20 d.w.z. een stijging met 10%
Qv 200 => 150 d.w.z. een daling met 25%
=> Epq = -25% / +10% = -2,5
de vraag is prijselastisch d.w.z. de vraag reageert relatief sterk op prijsveranderingen
Waarde prijselasticiteit ligt tussen -1 en 0. Wat zegt dat over de elasticiteit van de vraag?
Relatie elasticiteitscoefficient en omzet
Als Ev ligt tussen -1 en 0 wat is het effect bij prijsdaling artikel en prijsstijging artikel
Prijdagling artikel: Totale omzet daalt
Prijsstuijging artikel: Totale omzet stijgt
Wat is Kruisprijselasticiteit, geef de formule en geef een voorbeeld.
hoe reageert de vraag naar goed A op een prijsverandering van goed B
formule:
%-verandering vraag goed A
%-verandering prijs goed B
voorbeeld: (stel koop- en huurwoningen zijn substituten)
De prijs van koopwoningen stijgt met 10% waardoor de vraag naar huurwoningen met 3% stijgt.
Kruisprijselasticiteit is 0,
Geef een voorbeeld van Kruisprijselasticiteit
Substitutie goederen
E(k)>0
Geef een voorbeeld van Kruisprijselasticiteit
Complementaire goederen
E(k)<0
Hoe sterk reageert de vraag op inkomensveranderingen?
•hangt onder andere af van het soort goed
•basisgoederen (eerste levensbehoeften) reageren niet zo sterk
•luxe goederen reageren sterk
•inferieure goederen: als het inkomen stijgt, daalt de vraag naar deze goederen
vraag: voorbeeld van een inferieur goed?
meetinstrument: inkomenselasticiteit van de vraag
Mogelijke waarden inkomenselasticiteit van de vraag E(i
Productentengedrag: Het collectieve aanbod van een goed wordt bepaald door :
Prijs van het product
-Kwaliteit/kosten van de productiefactoren
-Stand van de techniek
Net als bij de vraaglijn veronderstellen we alle factoren buiten de prijs constant (ceteris paribus).
Aanbodbepalende factoren op de woningmarkt
•Kwaliteit/kosten productiefactoren
•Technologische ontwikkeling
•Wet- en regelgeving
•Aantal producenten
•Prijs van woningen
Welk verband laat de aanbodcurve zien?
laat het verband zien tussen de aangeboden hoeveelheid en de prijs van een bepaald goed.
de overige aanbodbepalende factoren worden daarbij constant verondersteld (“ceteris paribus” voorwaarde)
positief verband: als p => qa en als p¯ => qa¯
dit
Wat bepaalt de woningprijzen in Nederland?
•De woningmarkt is een voorraadmarkt. Nieuwbouw voegt maar weinig aan de bestaande voorraad toe.
•De prijzen in de bestaande voorraad bepalen daarom de prijsontwikkeling in de nieuwbouw.
•De woningmarkt is geen nationale maar een regionale markt
•de prijs van (koop)woningen wordt sterk bepaald door de financieringsmogelijkheden van consumenten.
•Niet alleen het inkomen, maar vooral de rentestand speelt hierbij een belangrijke rol.
•Daarnaast zijn de regels voor kredietverstrekking door financiers en de hypotheekrenteaftrek van belang.
•Onderliggend speelt hierbij het consumenten-vertrouwen in de woningmarkt een rol.
De prijs index van bestaande koopwoningen daalt sinds 2011 wat betekent dat?
Licht toe de verschillende fases in de Vastgoedlevenscyclus
Grondexploitatiefase 2 en 10 jaar
naar
Projectontwikkelingsfase 1 tot 3 jaar
naar
Beheer-/exploitatiefase 40 tot 100 jaar
Wat zijn oorzaken van de vastgoedcyclus
-Economische schommelingen inkomen, werkgelegenheid Invloed rente
-Lange voorbereidings – en bouwtijd (inelastisch aanbod)
Wat zijn gevolgen van de vastgoed cyclus
prijsschommelingen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden