Decisions, groups and teams at work - group decision-making
9 belangrijke vragen over Decisions, groups and teams at work - group decision-making
Zijn groepsbeslissingen beter dan individuele beslissingen? Davis , 1992
Het hangt af van de vaardigheden en training van individuen en groepen en van de soort taak (Hill, 1982) McGrath (1984) identificeerde 8 verschillende typen taken die groepen voorgelegd zouden kunnen krijgen. Vier hiervan betreffen besluitvorming:
Osborn vond in 1957 dat een groep meer ideeën (nummer 2) genereert dan individuen als het de bedoeling is dat zoveel mogelijk ideeën naar voren moeten komen en de leden ook bizarre ideeën naar voren mogen brengen. individuen , als ze alleen zijn , genereren 2 keer zoveel ideeën dan binnen groepsverband(Lamm en Trommsdorf, 1973) Verklaringen hiervoor:
- evaluation apprehension: als iemand bang is voor wat anderen van hem vinden, doet hij of zij geen uitspraken,
- free riding: wanneer groepsleden denken dat anderen het werk wel zullen opknappen
- production blocking: wanneer slechts een enkel persoon tegelijk aan het woord kan zijn, vergeten of onderdrukken de anderen hun eigen ideeën.
- Exposure to the ideas of other people bevordert de creativiteit, maar dan moeten deze nadelen worden voorkomen. Dit kan door het gebruik van een computer(geen face to face) Brainstorming alleen met kennisneming van de ideeën van anderen is dus vruchtbaar.
Het oplossen van problemen met een correct antwoord:
Een Eureka taak= iedereen ziet het juiste antwoord dat wordt genoemd. Soms is de oplossing alleen zichtbaar voor de expert. Status van de leden is ook belangrijk, groepsdiscussie maken mensen zekerder over het te nemen besluit maar draagt niet bij tot het vaker nemen van een juiste beslissing, binnen een groep blijken twee juiste antwoorden nodig te zijn om de rest van de groep over te halen. Kortom, voor het oplossen van problemen met een juist antwoord zijn groepen over het algemeen beter dan individuen, maar minder goed dan hun beste groepslid.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Janis (1972, 1982 a,b) heeft veel onderzoek gedaan naar het nemen van bijzonder slechte beslissingen door belangrijke groepen, met wereldwijde consequenties als gevolg(Varkensbaai-fiasco) Hety nemen van slechte beslissingen door groepenb noemt hij groepsdenken-groupthink. 12.1 blz. 440 komt volgens Janis voor als:
-de motivatie van groepsleden om het met elkaar eens te zijn, zwaarder weegt dan de weloverwogen evaluatie van voor-en nadelen van een bepaald besluit.
Verschillende maatregelen zijn mogelijk om groepsdenken tegen te gaan (Janis 1982.b)
onpartijdig leiderschap, waardoor de leden niet automatisch de leider volgen,- elke persoon in de groep zou moeten worden verteld om een hoge prioriteit te geven aan het bekend maken van twijfels en bezwaren,- deskundige buitenstaanders inschakelen voor het inbrengen van twijfel,- tweedenkans bijeenkomsten organiseren om alsnog bezwaren te kunnen opperen voordat een besluit wordt uitgevoerd. Via formele procedures kan groepsdenken worden voorkomen.
Aldag en Fuller (1993) hadden kritiek op het werk van Janis:
Aldag en Fuller menen dat het fenomeen groepsdenken niet meer is dan een verzameling van fenomenen die niet zo netjes bij elkaar gezet kunnen worden zoals Janis dit doet. zij vonden zelfs dat groepscohesie er juist voor zorgt dat de discussie open blijft. Cohesie kan ook het resultaat zijn van een proces waarbij helder wordt dat de risico's groot zijn en sprake is van groepspolarisatie -. Ook is gevonden dat succes meer bijdraagt aan de cohesie dan cohesie aan het uiteindelijke resultaat.
Park (2000) vond gedeeltelijk bewijs voor het groepsdenken model zijn bevinden zijn:
-hoge groepscohesie is verbonden met meer symptomen van groepsdenken dan lage groepscohesie,- groepen met leden met hoge self-esteem hebben meer symptomen van groepsdenken dan met leden met een lage self-esteem,- groepen met gevoelens van moraal hebben minder te maken met symptomen van een tekortschietende besluitvorming,- onvoldoende onderzoek naar alternatieven gaan samen met een slechte besluitvorming.
Groepspolarisatie(de neiging van groepen om tot meer extreme beslissingen te komen dan de individuele groepsleden alleen zouden nemen). Er zijn elf redenen genoemd waarom groepspolarisatie- zou plaats vinden, de twee belangrijkste:
- de sociale vergelijking verklaring: we conformeren ons graag aan de norm, maar dan in sterkere mate dan de andere groepsleden dat doen omdat we graag groepslid zijn,- de overtuigende argumentatie verklaring: we laten ons sterk leiden door de standpunten van de meerderheid die de discussie domineert(sterkste argument).
Minderheden kunnen slechts zelden de meerderheid overtuigen van hun gelijk. Hoe kunnen zij hun kansen vergroten? Moscovici en Mugny 1983, 1985
Argumenteren dat minderheden het niet van het 'aardig gevonden willen worden'moeten hebben en consistent,onafhankelijk en vertrouwensvol moeten handelen en alle verschillen naar voren moeten brengen. Op die manier wordt het effect van groepspolarisatie- verzwakt.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden