Samenvatting: Zekerheidsrechten | 9789013103403 | C Asser
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Zekerheidsrechten | 9789013103403 | Mr. C. Asser
-
1 Inleiding
-
1.1.2 [2]
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat wordt bedoeld met goederenrechtelijke zekerheid?
De schuldeiser vindt zijn zekerheid in de bevoegdheid het object van zijn rechter te gelde te maken of te innen en zijn vordering te voldoen uit de opbrengst. -
1.1.3 [3]
-
Naast goederenrechtelijke zekerheid bestaat ook de persoonlijke zekerheid. Wat wordt daarmee bedoeld?
De persoonlijke zekerheid voegt het vermogen van een ander als verhaalsobject voor de schuldeiser toe, naast het vermogen van de schuldenaar. Het ziet dus niet op (de voorrang bij) de verdeling van het vermogen van de schuldenaar. -
1.2.1 [4]
-
In welk artikel is geregeld dat als het nodig is, de nakoming in rechte kan worden afgedwongen?
Art. 3:296, lid 1 BW. -
1.2.3 [6]
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat betekent de pari passu-clausule?
Een clausule waarin de schuldenaar verklaart dat de door hem met de schuldeiser aangegane verplichtingen dezelfde rangorde hebben als de andere door hem aangegane verplichtingen. -
1.3.1.1 [7]
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer komt de vraag naar voorrang van vorderingen naar voren?
Op het moment dat het vermogen van de schuldenaar ontoereikend is om alle vorderingen te voldoen. -
1.3.2.1 [9]
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kan een pandrecht van rechtswege ontstaan en welk artikel hoort daarbij?
Op grond van substitutie (zaaksvervanging) ingevolge art. 3:229 BW. Een pandrecht ontstaat doordat een met een recht van pand of hypotheek bezwaard goed wordt beschadigd of tenietgaat. -
1.3.2.2 [10]
-
Bepalingen betreffende pand en hypotheek zijn slechts gedeeltelijk opgenomen in het BW. Waar staan de bepalingen in het BW en waar zijn de andere bepalingen te vinden en wat is daar geregeld?
De bepalingen omtrent pand en hypotheek zijn te vinden in art. 3.227 BW e.v. Een groot deel is verder geregeld in Rv, waar de executoriale verkoop geregeld is. -
1.3.2.3 [11]
-
Op werk artikel heeft het arrest HR Sogelease betrekking en wat is daarin bepaald?
Dat arrest heeft betrekking op 3:84, lid 3 BW. De HR stelt hier dat, indien partijen een 'werkelijke overdracht' beogen en die derhalve de strekking heeft het goed zonder beperking op de verkrijger te doen overgaan, het fiduciaire overdrachtsverbod niet opgaat. -
Wat is er bepaald in het arrest HR BTL Lease/van Summeren?
Een wanverhouding tussen de hoogte van de vordering en de waarde van het overgedragen object kan bijdragen tot het oordeel dat partijen niet een 'werkelijke overdracht' hebben beoogd. -
1.3.3.1 [12]
-
Er bestaan voorrechten van privaatrechtelijke en publiekrechtelijke aard. Noem een voorbeeld van beide.
Privaatrechtelijk: een vordering tot voldoening van de kosten gemaakt tot behoud van een goed (art. 3:284 BW).Publiekrechtelijk: een aan de Ontvanger toekomend algemeen voorrecht (art. 21 IW).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden