Steun- en bewegingsstelsel

19 belangrijke vragen over Steun- en bewegingsstelsel

Vanaf welke dag ontstaat de extremiteitsknop van de onderste extremiteit?

  • Dag 28.
  • Segment L3-L5

Welke draaiing maken de onderste extremiteiten door tijdens de ontwikkeling en wat voor effect heeft dat?

  • De benen roteren naar mediaal.
  • Hierdoor gaat de grote teen van lateraal naar mediaal.
  • Dit heeft effect op de spiergroepen, want het is nu als het ware omgedraaid > flexoren liggen dorsaal en extensoren ventraal

Welke draaiing maken de bovenste extremiteiten door tijdens de ontwikkeling en wat voor effect heeft dat?

  • Elleboog draait naar buiten.
  • Hierdoor komen de laterale spieren ventraal te liggen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe splitsen en fuseren de sclerotomen?

  • Een sclerotoom splist in een rostraal deel en een caudeel deel.
  • Het caudale deel van een sclerotoom fuseert dan weer met met het craniale sclerotoom wat daar onderligt.
  • Zo wordt er uit een sclerotoom een wervellichaam gevormd.
  • Bij de splitsing van de sclerotomen ontstaat tussen de wervellichamen tussenwervelschijven.

Hoe kan je de notochord terugvinden in een volgroeid wervelkolom?

Nucleus pulposus in de tussenwervelschijven.

Noem van groot naar klein de opbouw van een spierbuik

  • Spiervezel.
  • Myofibrillen.
  • Myosine- en actinefilmenten + sacromeer.

Hoe vindt een contractie plaats?

  • Ca 2+ bindt aan troponine.
  • Hierdoor laat tropomyosine loslaat van actine.
  • Hierdoor komt de bindingsplaats voor myosine vrij.


Welk eiwit werkt niet goed bij de ziekte van Duchenne en ziekte van Becker?

Distrofine

Zet de bindweefsellagen van een spier op volgorde van diep naar oppervlakkig

  • Endomysium
  • Perimysium
  • Epimysium

Wat zijn type I spiervezels?

  • Dit zijn de langzame spiervezels, die vooral aeroob vet verbranden.
  • Deze raken niet snel uitgeput en kunnen uren actief zijn.
  • De vezels bevatten veel mitochondriën.

Wat zijn type IIa spiervezels?

  • Deze spiervezels zitten tussen de type I en type IIb in.
  • Er wordt vooral anaeroob creatininefosfaat en glycogeen verbrand, maar er kan ook aerobe verbranding plaatsvinden omdat ze veel mitochondriën bevatten.
  • Deze vezels kunnen een activiteit tot 30 minuten volhouden.

Wat zijn type IIb spiervezels?

  • Dit zijn de snelste spiervezels.
  • Deze kunnen het minder dan een minuut volhouden.
  • Ze kunnen grote krachten genereren, maar bevatten weinig mitochondriën en zullen dus vooral creatininefosfaat en glycogeen anaeroob verbranden.

Wat is de vaste opbouw van pezen?

  • Collageen type I is gerangschikt in fascikels die zijn omgeven door endotenon, een dun bindweefselvlies waarin ook bloedvaatjes, lymfevaatjes en zenuwvezels lopen.
  • Tussen het collageen lopen ook elastinevezels.
  • Deze peesfascikels worden gezamenlijk omgeven door peritenon.
  • De gehele pees wordt omgeven door peritendineum, ook wel epitenon genoemd.

Wat zijn peesschedes (bursae synoviales)?

  • Dit zijn holle buisjes met vloeistof die de pezen omhullen en deze beschermen tegen schuren en druk van buitenaf.
  • Ook bij peesaanhechtingen en onder de huid bevinden zich bursae.
  • Bij een ontsteking (bursitis) kan de ontsteking zich uitbreiden via de bursae en worden er ontstekingscellen aangetrokken die zorgen voor oedeem.

Waar vormt de zwakke plek in de spier? En hoe komt dat?

  • Bij de overgang van spier naar pees, zet het epimysium van de spier zich voort in het peritendineum van de pees.
  • Tussen de myofibrillen en de fibrillen van de pees is sarcolemma aanwezig en dit vormt een zwakke plek in een spier.

Wat zijn parallelvezelige/fusiforme/longitudinale spiervezels?

  • Deze kunnen veel verkorten doordat er veel contractiele elementen achter elkaar zijn, maar niet veel naast elkaar.
  • Dit zorgt ervoor dat de spier weinig kracht kan leveren, maar wel een hoge verkortingssnelheid heeft en dus snel kan contraheren.
  • De hamstrings zijn een voorbeeld van parallelvezelige spieren, behalve de m. semimembranosus. 

Wat zijn pennate spiervezels?

  • Deze spiervezels lopen in een hoek met longitudinale as van de spier.
  • Hierdoor is er een grotere fysiologische dwarsdoorsnede (de dwarsdoorsnede die loodrecht op vezelrichting loopt).
  • Hiermee is het mogelijk om veel kracht te genereren.
  • De quadriceps zijn een voorbeeld van een pennate spiergroep.

Op welke verschillende manieren kan een spier actief zijn?

  • Concentrisch > de spier wordt korter
  • Isometrisch > de spier blijft in lengte hetzelfde
  • Excentrisch > de spier wordt langer

Wat is het verschil tussen stuurspieren en krachtspieren als het gaat om motorunits?

  • Stuurspieren bevatten veel motorunits per spiervolume-eenheid. Er zijn dus veel motorneuronen nodig om een stuurspier te innerveren.
  • Krachtspieren bevatten juist relatief weinig motorunits per spiervolume-eenheid.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo