Samenvatting: Zhb Iii

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van ZHB III

  • 1 Week 1

  • 1.1 HC: Anatomie oog, neus schedel

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de orbita en hoe liggen de wanden?

    De orbita is een piramidevormige ruimte waarvan de putn naar mediaal-achter en de basis naar voren is gericht. De orbita heeft vier wanden die allemaal min of meer driehoekig zijn. De mediale wanden van beide orbita's lopen ongeveer parallel aan elkaar, de laterale wanden staan bijna loodrecht op elkaar.
  • Wat zijn de verschillende botten in de orbita?

    · Os frontale (blauw)
    · Os zygomaticum (oranje)
    · Maxilla (groen)
    · Os lacrimale (paars)
    · Os ethmoidale (grijs)
    · Os sphenoidale (geel)
    · Os palatinum (roze)
  • In de orbita bevinden zich een aantal openingen voor doorgang van vaten en zenuwen. Welke?

    • In de apex van de piramide ligt de canalis opticus. Hierdoor verlaat de n. Opticus de orbita en komt de a. Ophthalmica de orbita binnen.
    • In de laterale wand van de orbita bevindt zich de fissura orbitalis superior. Deze verbindt de orbita met de fossa cranii media. Door de fissura orbitalis superior verlopen onder andere de zenuwen die de oogspieren innerveren.
    • Caudaal hiervan ligt de fissura orbitalis inferior, welke de orbita met de fossa pterygopalatine en de fossa infratemporalis verbindt.
    • Door beide fissurae verlopen naast zenuwen ook ateriën en venen.
  • Wat is de arteriele bloedvoorziening van de orbita?

    De a. Opthalmica takt af van de a. Carotis interna en verloopt samen met de n. Opticus door de canalis opticus. Hij betreedt de orbita door de canalis opticus onder de n. Opticus. In de orbita komt de arterie boven de zenuw te liggen. 

    De a. Opthalmica vasculariseert naast structuren in de orbita ook het bovendeel van de neusholte, de oogleden en het voorhoofd. 
  • Wat is de veneuze vascularisatie van de orbita?

    De veneuze afvloed verloopt via de v. Opthalmica superior en inferior, welke draineren in de sinus cavernosus. Aan de anterieure zijde vormen de vv. Opthalmicae anastomosen met de v. Facialis. Verder is er een verbinding tussen de v. Opthalmica inferior en de plexus pterygoideus. 

    Aangezien deze venen geen kleppen hebben, kunnen infecties van gelaat, neus en orbita zich uitbreiden naar de sinus cavernosus en leiden tot een hersenvliesontsteking. 

    Ter hoogte van de venaar van de oogbol zijn de vv. Vorticosae te  vinden. Deze venen staan in verbinding met de sinus cavernosus, maar ook met de v. Facialis.
  • Het oog bevat intrinsieke en extrinsieke oogspieren. Wat is het verschil hiertussen?

    De intrinsieke oogspieren verzorgen de regulatie van de pupilgrootte en de accomodatie van de lens. De extrinsieke oogspieren hebben hun insertie op de oogbol en kunnen daardoor het oog als geheel bewegen.
  • Wat zijn de extrinsieke oogspieren?

    Er zijn zes extraoculaire of extrinsieke spieren, die de oogbol kunnen bewegen: vier rechte en twee schuine. 
    • m. Rectus superior
    • m. Rectus inferior
    • m. Rectus medialis 
    • m. Rectus lateralis 
    • m. Obliquus superior
    • m. Obliquus inferior
  • Hoe verlopen de vier mm. Recti?

    De vier mm. Recti hebben een min of meer continue origo (oorsprong) aan een verdikking van het periost in de punt van de orbita: de anulus tendineus communis (van Zinn). Dit is een ringvormige pees. De mm. Recti lopen naar voren, divergeren naar de oogbol en vormen zo een conus (kegel) van spieren die de orbita opdeelt in een gedeelte buiten en een gedeelte binnen de conus.
  • Hoe loopt de m. Obliquus superior?

    De m. Obliquus superior heeft zijn origo aan het os sphenoidale, boven de canalis opticus. Vandaar loopt de spier naar de mediale ooghoek waar hij overgaat in een dunne pees. De pees loopt door een ring (katrol, rochlea) van kraakbeen die bevestigd is aan het bovenste gedeelte van de mediale wand van de orbita. Vervolgens buigt de m. Obliquus superior naar lateraal/achter om onder de m. Rectus superior (dus binnen de conus) aan de sclera vast te hechten.
  • Hoe verloopt de m. Obliquus inferior?

    De m. Obliquus inferior heeft zijn origo aan de mediale voorzijde van de orbita bodem en loopt schuin naar lateraal-achter om onder de m. Rectus lateralis (dus binnen de conus) aan de sclera vast te hechten.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart