Startpagina / Samenvattingen / Class notes - ZHBII / nucleotide-kraakbeencellen-meerder

Speerpuntcolleges

6 belangrijke vragen over Speerpuntcolleges

Welke genen zijn er bekend die een bijdrage leveren aan het ontstaan van ALS?

SOD1, TDP43, FUS en C9orf72. je hebt 1 of meerdere genen nodig, soms maar 1, soms meerdere

Wat zijn bekende omgevingsfactoren die invloed hebben op het ontstaan van ALS?

roken en verzadigde vetten eten

Wat is het verschil tussen single nucleotide variations en single nucleotide partitions?

single nucleotide variations = enkele mutaties die uniek zijn voor ons als persoon. hebben vaak een groot effect als ze iets verkeerd doen
single nucleotide partitions = mutaties die bij meerdere mensen in de populatie voorkomen

Wat zijn SNV's en SNP's?

SNV's zijn allelen met een groot effect en SNP's zijn allelen met weinig effect, maar die samen wel ALS kunnen veroorzaken

Waarom is een microfractuurbehandeling inefficient?

het is ongunstig om littekenweefsel in het kraakbeen te hebben. dit komt doordat de bovenste laag van het kraakbeen normaal gesproken een glijvlak is, de middelste laag de schokdemper en de onderste laag de verankering aan het bot. deze opbouw zit niet in littekenweefsel.

Een andere behandeling is het toevoegen van kraakbeencellen aan allogene stamcellen. hoe vindt dit plaats?

de combinatie van allogene stamcellen en kraakbeencellen wordt in de knie gestopt. dit is een effectieve methode waarbij een nieuw stuk gelaagd kraakbeenweefsel ontstaat. in het begin worden er 10% eigen kraakbeencellen en 90% allogene stamcellen in de knie gestopt. na een jaar is er geen allogeen weefsel meer te vinden en is het allemaal eigen kraakbeenweefsel

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

ZHBII

Bekijk samenvatting