Anatomie van de wervelkolom

36 belangrijke vragen over Anatomie van de wervelkolom

Hoe begint de embryologie van de wervelkolom?

In het begin is het embryo opgebouwd uit drie embryonale weefsels: ectoderm, mesoderm en endoderm. Aan dorsale zijde bevindt zich de embryonale notochord.  Door notochord gaat de neurale groeve ontstaan, aan weerzijde van de neurale groeve gaat het mesoderm verdikken. Je ziet ontstaan van het paraxiaal mesoderm, dit gaat bij het sluiten van de neurale buis somieten vormen. De somieten gaan zich vormen rondom de neurale buis. Van somiet gaat het meest mediale gedeelte zich omvormen tot de wervel. Het mesodermale weefsel gaat rondom notochord en neurale buis zitten.

Er zijn vier verschillende onderdelen vanuit wervel ontstaat:

- Linker en rechter ventraal gedeelte dat rondom notochord gaat zitten: vormt wervellichaam en twee pedikels.
- Twee dorsale gedeelten: vormen wervelboog.
Dit proces van fusering moet altijd goed gaan om een gezonde en volgroeide wervel te krijgen. Anders krijg je sluitingsdefecten.

Als de fusering is voltooid dan is er een wervellichaam aanwezig.

Hoe is de wervelkolom ook segmentaal opgebouwd?

We zijn segmentaal opgebouwd, ook de wervelkolom is opgebouwd uit segmenten. Elk segment heeft een neuraal gedeelte (neurale buis), een sclerotoom gedeelte (wervelgedeelte) en een myotoom gedeelte (en ook een dermatoom gedeelte). Elk segment zorgt voor aansturing, voor stevigheid en voor voortgang.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat gebeurt er als een spinale zenuw wilt uitgroeien?

Als een spinale zenuw wilt uitgroeien komt hij als eerste een sclerotoom tegen (deze is niet doorgankelijk), daarom zal een sclerotoom zich opdelen in een rostraal 1/3 gedeelte en een distaal 2/3 gedeelte. Er komt een tunneltje door het sclerotoom waardoor uitgroeiende spinale zenuwen bij een myotoom kunnen geraken. Een sclerotoom bestaat dus uit twee delen. Het distale deel van de een wervel gaat fuseren met het rostrale deel van de wervel die daaronder ligt. Daardoor krijg je een wervel die een soort shift heeft t.o.v. spier en neurale segmenten.

Mensen zijn steeds langer geworden. Wat is het gevolg hiervan?


Mensen zijn steeds langer geworden. Dit betekent dat de wervelkolom ook steeds langer is geworden. Omdat het ruggenmerg niet mee is gegroeid zie je dat het ruggenmerg eerder klaar is dan wervelkolom. De spinale zenuwen die op sacraal en zelfs lumbaal uittreden komen uit ruggenmerg ter hoogte van Th12/L1 ligt (is het einde van het ruggenmerg).

Bekijken wervelkolom van ventraal: wervels keurig netjes op elkaar gestapeld, wervellichamen worden steeds groter.
Van zijkant zie je krommingen
De normale wervelkolom heeft een:

- Cervicale lordose
- Thoracale kyfose
- Lumbale lordose
- Sacrale kyfose

Wat is een structurele scoliose?

o Structurele scoliose: groeistoornis --> dit gaat ook vaak gepaard met draaiing in bovenste delen van de wervelkolom op thoracaal niveau, daardoor zie je bij het bukken ook een gibbus (bobbel aan bovenkant).

Hoe is de vorm van de wervelkolom individueel bepaald?

Elk van de wervelkolommen is uniek

Hoe is de vorm variabel binnen grenzen?

4 normale houdings vormen:
o Harmonische rug
o Ronde rug
o Holronde rug
o Vlakke rug
--> zijn allemaal normale houdingsvormen

Hoe is de vorm afhankelijk van leeftijd?

Bij een embryo is er geen enkele lordose, enkel kyfose. Zelfs een pasgeboren baby heeft nog geen lordose, en past precies in palm van je hand. Als kind gaat kruipen en naar voren kijken zal de cervicale lordose gaan ontstaan. Als het kind gaat lopen gaat uiteindelijk ook de lumbale lordose ontstaan.

Hoe is vorm afhankelijk van houding?

Bijvoorbeeld:
o Bij gesteund zitten: rechte rug (wk. Vorm met doorlopende lijn)

o Bij ongesteund zitten: gebogen rug (wk. Vorm met gestippelde lijn)

Hoe neemt de beweeglijkheid met de leeftijd af?

Bij een pasgeborene is er 120 graden uitslag tussen maximale ventraalflexie en dorsaalflexie. Bij een 70 jarige is er nog 70 graden uitslag tussen maximale ventraaflexie en dorsaalflexie.

Functie van wervelkolom onderverdelen in 3 onderdelen:

- Steunen en dragen van individu
- Bewegelijkheid en voortbeweging
- Omhulling en bescherming


Elk van de drie onderdelen kun je per individuele wervel terugvinden:

- Het wervellichaam: functie dragen en steunen.
- Wervelkanaal( foramen vertebrale): zorgt voor bescherming met de wervelboog.
- Uitstekingen (processi): aanhechtingen van spieren, zijn dus betrokken bij beweging.

Hoe zien de thoracale wervels eruit?

Karakteriseren zich door de aanhechting van de ribben. 12 ribben en 12 thoracale wervels.
- Corpus vertebrae:
  • o Groter dan cervicaal, kleiner dan lumbaal.

- Foramen vertebrae:

  • o Kleiner dan cervicaal

- Processus spinosus:

  • o Staat schuin naar achter

Hoe zien de lumbale wervels eruit?

- Corpus vertebrae
  • o Het grootste

- Foramen vertebrae:

  • o De kleinste doorsnede

- Processus spinosus:

  • o Staat recht naar achter
  • o Hoog (breed), en beetje blokvormig


- Processus transversus:

  • o Staat naar lateraal
  • o Is groot (lang). Echter tijdens de presentatie zegt hij kort.


- Gewrichtsoppervlak:

  • o De facetgewrichten staan recht naar beneden gericht.

Hoe zien de sacrale wervels eruit?

Zijn de wervels van de achterkant van het bekken en zijn vergroeid doordat ze tussenwervelschijven verloren hebben. Midsaggitale doorsnede nog wel de restanten van de tussenwervelschijven zien, maar ziet wel dat de wervels aan elkaar vergroeid zijn.
- Corpus vertebrae:
  • o Vergroeid

- Foramen vertebrae:

  • o De kleisnte doorsnede

- Processus spinosus:

  • o Staat recht naar achter
  • o Smal (breed)


- Processus transversus:

  • o Niet aanwezig

- Gewrichtsvlak:

  • o Niet aanwezig

Hoe krijg je stabiliteit van de wervelkolom?

De wervelkolom is opgebouwd uit een aantal wervellichamen die op elkaar gestapeld zijn m.b.v. tussenwervelschijven. Daardoor instabiele stapeling van wiebelende blokjes. De stabiliteit verkrijg je op een aantal verschillende onderdelen. Elk gewricht drie mogelijke manieren van stabiliteit:
  • - Contact oppervlak tussen de verschillende onderdelen.
  • - Ligamenten.
  • - Spieren.

Wat is de voorste zuil?

Bestaat uit een wervellichaam, tussenwervelschijf en een wervellichaam.
  • Wervellichaam: is geen compacte benige structuur maar luchtig opgebouwd uit spongeus botweefsel, komen ook veel bloedvaten in voor.
  • Discusintervertebrale: daardoor kunnen wervels t.o.v. elkaar bewegen. Bestaat uit kraakbenig/fibreus weefsel, en is zeer zuurstofarm omdat er weinig bloedvaten doorheen lopen. Maar door zijn bouw hele specifieke eigenschappen.

Wat ligt er in het midden van de discus?

. In het midden van tussenwervelschijf ligt de nucleus pulposis: soort opgeblazen voetbal verpakt in heel stevig weefsel waardoor hij niet weg kan. Op een voetbal kun je staan,  en is in staat om verticale krachten goed op te vangen en te verdelen over hele oppervlak.

de nucleus pulposis is het notochord.

Waar zorgt de annulus fibrosus voor?

Annulus fibrosus zorgt dat de nucleus pulposis op zijn plek blijft, doordat hij ook stevig aan de wervels vastzit.

Hoe wordt discus van voedingstoffen voorzien?

In de tussenwervelschijf zitten geen bloedvaten, daardoor weinig toevoer en afvoer van voedingstoffen en afvalstoffen. Als de tussenwervelschijf onder druk staat wordt vloeistof eruit geperst, wanneer ze tot rust komen dan heb je een soort aanzuigende werking van buitenaf. Daardoor raken ze afvalstoffen kwijt en worden nieuwe voedingsstoffen aangevoerd.

Wat gebeurt er bij te lang verkeerde druk op de nucleus pulposis?

Door te lang verkeerde druk op de nucleus pulposis te geven, kan dit tot schade van de annulus fibrosis leiden waardoor deze kans scheuren. Vervolgens kan de nucleus pulposis naar buiten barsten, hernia nucleus pulposi. Het puilt naar achter toe uit en gaat drukken op de spinale zenuwen

Wat gebeurt er als niet alleen de uittredende zenuw in gedrang komt?

Mogelijk dat daardoor niet alleen de uitredende zenuw in gedrang komt, maar ook de hele cauda equina kan worden ingeklemd. Dit heeft gevolgen voor alle functionaliteiten die in dat gebied zitten: m.n. uitredende zenuwen op sacraal niveau (dermatomen van rijbroek gebied). Als dit gebeurt dan is dit een indicatie voor een acute operatie. Dit heeft met name te maken met de parasympatische innervatie vanuit sacraal gedeelte van het ruggenmerg naar de bekkenorganen, als dit te lang uitvalt komt die innervatie niet meer terug.

Wat zijn de ligamenten rond de voorste pijler?

  • o Lig. Longitudinale anterius: aan ventrale zijde wervellichaam.
  • o Lig. Longitudinale posterius: aan dorsale zijde wervellichaam (zit dan in het wervelkanaal). Dit heeft een recht stuk en een soort vleermuisachtig uitgroeingen naar de zijkant die aanhechten op de  annulus fibrosus van tussenwervelschijven.

Wat is de opbouw van de achterste pijler?

Achterste pijler wordt gemaakt door wervelboog, die op elkaar leunen door facetgewrichten.
De boog zelf bestaat uit een aantal onderdelen. Het dikkere deel wat direct aan het wervellichaam vastzit is het pedikel en de lamina (de twee delen die met elkaar gefuseerd de processus spinosus vormen). De twee facet gewrichten leunen op elkaar en vormen zo de twee achterste pijlers. De facetgewricht kunnen bewegen (is een synoviaal gewricht), maar het  is een schuifgewricht. Ze kunnen alleen naar boven/onder en opzij schuiven (en afhankelijk van niveau roteren). Ze maken niet de klassiek rolbeweging.

Waar op de achterste pijler hechten de spieren aan?


De spieren hechten aan op de processie transversi en spinosus. 

Waar treden de spinale zenuwen uit?

De spinale zenuwen treden uit bij het foramen intervertebrale. Het foramen intervertebrale zit heel dicht bij het facetgewricht, als daar artrose optreedt waardoor je botuitgroei krijgt naar opzij dan zou dat gevolgen kunnen hebben voor het functioneren voor de uittredende spinale zenuwen.

Wat is het lig. Flavum?

- Lig. Falvum: ligt aan de binnenkant van wervelkanaal, tegen de achterkant aan. Dit ligament zorgt niet zozeer voor versteviging, maar zorgt voor gladstrijken van oneffenheden. De lamina zijn aan elkaar verbonden met het lig. Flavum. Het is een vetachtig/zacht ligament wat zorgt voor een mooie glijfunctie van het ruggenmerg in het wervelkanaal.

Wat is het lig. Supraspinale?

- Lig. Supraspinale: verbinden de processi spinosi. Ze remmen ventraal flexie.

Wat is het lig. Intertransversarium?

- Lig. Intertransversarium: verbinden de processi transversi. Ze remmen lateroflexie en ventraaalflexie.

Wat is de beweeglijkheid van de wervelkolom vanuit de voorste pijler?

- Vanuit voorste pijler is beweging naar alle kanten mogelijk, de nucleus pulposi kan alle kanten ingedrukt worden.

Waardoor komt de beperktheid van beweging van de wervelkolom?

- De beperktheid van de wervelkolom komt door de stand van de facetgewrichten. Er zijn twee facetgewrichten per wervel. Elk facetgewrichten heeft een bepaalde stand in de ruimte, daardoor kunnen ze schuiven t.o.v. de onderliggende wervel maar in een beperkte richting.


- De lumbale wervels zitten aan elkaar vast met facetgewrichten met een verticale stand (recht naar beneden): daardoor schuifbeweging naar boven, en naar voor en achter, maar niet naar lateraal. Daardoor lumbaal geen rotatie.

Welke bewegingen zijn mogelijk per niveau?

- Elk van de drie onderdelen (cervicaal, thoracaal en lumbaal) heeft wel een mogelijkheid tot lateroflexie. Rotatie is goed mogelijk op cervicaal en thoracaal niveau maar vanwege stand facetgewrichten niet goed mogelijk op lumbaal niveau. Anteflexie en retroflexie is goed mogelijk op cervicaal en lumbaal niveau maar niet goed op thoracaal niveau.

4 verschillende niveaus van spieren in de rug:

- Schoudergordelspieren (meest oppervlakkige spieren). Zijn niet echt rugspieren, maar zorgen ervoor dat schoudergordel aan rug vastzit.

- Oppervlakkige rugspieren
- Middelste laag: lange rugspieren
- Diepe laag: m. erector spinea

--> schoudergordelspieren + spieren in rode vlak kennen

Welke spieren zijn daarnaast belangrijk voor de stabiliteit


Voor stabiliteit zijn ook de spieren aan de ventrale zijde van de wervelkolom belangrijk (agonisten en antagonisten moeten samenwerken). Dus ook buikspieren vormen onderdeel van stabiliteitssysteem van wervelkolom.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo