IC Dermatologie: Dermatotherapie

8 belangrijke vragen over IC Dermatologie: Dermatotherapie

Welk voordeel geeft lokale therapie en waar is het vehiculum van afhankelijk?

Voordeel: alleen waar nodig is, geen opname in circulatie -> minder systemische bijwerkingen

Drager/basis (vehiculum) = indifferent
+ actieve stof = different

• aard van de aandoening:
- droog: vet
- nattend: crème of lotion
• lokalisatie:
- behaarde gebieden: lotion
- gelaat vaak voorkeur voor crème

• wens/acceptatiepatiënt

Welke drie vehiculums zijn het meest gebruikelijk?

 zalf (unguentum); grootste del vet
 crème (cremor); 60-80% water, rest is olie of vet
 lotion; voornamelijk vloeistof

Wat doen corticosteroiden, wanneer zijn ze geindiceerd en welke klasse ken je?

anti-inflammatoire werking: ze remmen ontsteking
Psoriasis: klasse 4
Eczeem: klasse 2 of 3

1. Bijvoorbeeld hydrocortison ;
2. Bijvoorbeeld triamcinolon acetonide;
3. Bijvoorbeeld Betnelan ®, Cutivate ®;
4. Bijvoorbeeld Dermovate ®.
-> gestart met hoge klasse waarnaar wordt afgebouwd
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn bijwerkingen van lokale corticosteroiden?


• atrofie huid: a.o. striae, teleangiectasieen
• gestoorde wondgenezing
• acne, rosacea, dermatitis perioralis
• verhoogde infectie gevoeligheid
• gelaat: versterkte haargroei

Systemisch:
• onderdrukking hypofyse-bijnierschorsas

Wat zijn indicaties voor lokale antibiotica, noem voorbeelden?

  1. (secundaire) huidinfecties van beperkte omvang (impetigo, folliculitis)
  2. acne vulgaris
voorbeelden veel gebruikte middelen:
-fusidinezuur (Fusidine zalf/crème® -> s. aureus (krentenbaard)
-mupirocine (Bactroban zalf/crème® -> s. aureus
-tetracycline HCL (1-2%) (breed spectrum) -> eczeem
-erythromycine en clindamycine (acne, lokaal)

Wanneer stap je over op systemische therapie en welke?

Uitwendige lokale therapie onvoldoende effect heeft of zo uitgebreid
  • Bij eczeem of psoriasis: orale immunosuppressie;
  • Bij uitgebreide huidinfecties (cellulitis): orale antibiotica;
  • Bij uitgebreide acne vulgaris: orale antibiotica of oraal vitamine A-zuur;
  • Bij uitgebreide Herpes simplexinfecties en alle Herpes zosterinfecties: orale antivirale middelen;
  • Bij uitgebreide schimmelinfecties: orale antimycotica.

Wat zijn niet medicamenteuze opties bij eczeem?

  • Oppassen met veel douchen en baden, zo weinig mogelijk zeep maar liever badolie (indien wel: daarna smeren)
  • Wollen truien geven vaak extra jeuk;
  • Vet houden (zonder actieve stof).   

Wat zijn medicamenteuze opties bij eczeem?

  • Dermatocorticosteroïden; klasse 2 of 3
  • Calcineurineremmers: bijvoorbeeld tacrolimus. Deze medicijnen hebben niet de bijwerkingen van hormonenzalf, maar werken vaak zwakker.
  • Teerpreparaten: deze stinken echter, en geven vlekken.


lichttherapie (UVB, PUVA)
systemische middelen
-antibiotica (infectie bovenop eczeem)
-antihistaminica (jeuk),
-prednison als stootkuur,
-ciclosporine

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo