Uro-nefrologie 2: UWI
8 belangrijke vragen over Uro-nefrologie 2: UWI
UWI - bron van de infectie?
- NB: 50-80% van de dieren die gekatheteriseerd worden, ontwikkelen een UWI!!!!
Wat als dier een UWI heeft MET onderdrukte normale gastheerverdedigingsmechanismen?
Alle katten en intacte reuen (prostaat!) vallen in deze categorie. Behandeling en opvolging is dan in het algemeen iets ''agressiever''.
--> Katten gaan niet gemakkelijk een UWI hebben.
UWI - klinische symptomen
Hogere urinewegen: kunnen aanwezig zijn: koorts, lethargie, sufheid, anorexie, ''rugpijn'', PU/PD
Soms ASYMPTOMATISCH (lagere en hogere urinewegen) bv. Cushings, DM, ...
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Behandeling UWI - Gewone of niet gecompliceerde cystitis
- geen Cushing/diabetes/lokale urolieten/neoplasie
- vaak symptomen + urineonderzoek
- Valkuil: patiënten hebben heel typisch een kleine blaas
Behandeling:
- 1ste keuze(s):
- Cefalexine (=cefalosporine 1e generatie)
- Amoxicilline
- 2de keuze:
- Amoxi-clavulaanzuur
- 3de keuze:
- Quinolones
Duur: 7-14 dagen
Behandeling UWI - Gecompliceerde cystitis
- Onderdrukte gastheerverdedigingsmechanismen (lokaal of systemisch) (bv. blaasstenen, tumor in blaas, hele resistente kiem in de blaas, Cushing, diabetes)
- Niet gesteriliseerde reu (prostaat!)
- Recidiverend probleem
- Kat
Diagnose: urineonderzoek en cultuur
Juiste antibioticatherapie: gedurende 3-4 weken
Controle is belangrijk: 1 week na het begin van behandeling, alsook 1 week na het stoppen van de behandeling
Onderliggende oorzaak vinden en behandelen indien mogelijk
Wat indien behandeling langer voortgezet moet worden/gecompliceerde UWI/recidiverend probleem
Behandeling UWI - pyelonefritis
- Supprotive care (infuustherapie enz.)
- Meestal infectie met E. coli
- Juiste antibioticatherapie, gebaseerd op cultuur en gedurende 4-6 weken- Controle: zeer belangrijk
- Acuut vs. chronisch (minder evident/fluoroquinolones)
Na de behandeling van UWI zijn de volgende scenario's mogelijk:
2. Genezing, maar .... (blijft gepredisponeerd dus opvolging)
3. Recidief: de infectie was geëlimineerd met de behandeling. Maar een infectie met hetzelfde organisme werd tijdens of kort na het stopzetten van de behandeling terug gediagnosticeerd
- --> onderliggende oorzaken nog steeds aanwezig
5. Persisterende infectie: het organisme wordt niet geëlimineerd met de behandeling
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden