Slikproblemen, braken, regurgiteren en diarree - Diarre - Veranderingen in de microbiële flora

10 belangrijke vragen over Slikproblemen, braken, regurgiteren en diarree - Diarre - Veranderingen in de microbiële flora

Wat zijn de oorzaken van veranderingen in de microbiele flora?

Maldigestie, malabsorptie, plotselinge dieetveranderingen, antibiotica.

Hoe kan vasten leiden tot problemen met de microbiele flora?

Alles gaat eerst dood door een tekort aan voedingsstoffen, dan kan een pathogene soort het gat gaan vullen.

Hoe kan een overschot aan voedingsstoffen leiden tot problemen met de microbiele flora?

Soms gaan pathogene soorten zoals Clostridium spp. zich ineens explosief vermeerderen. Bij C. Perfringens type C krijg je dan een necrotiserende enteritis. Bij C. difficile een hemorrhagische enteritis.

Ook als niet pathogene soorten zich gaan vermeerderen kan je een probleem krijgen. Ze kunnen namelijk in de dunne darm gaan zitten en met hun producten alles in de war sturen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat gebeurt er met de fermentatie als je planteneters ineens meer koolhydraten geeft?

Het substraat vormt niet langer een beperking. Vooral snel groeiende bacterien zullen overheersen, efficientie is niet meer van belang. In de praktijk resulteert dit in een sterke groei van sacharolytische flora (lactobacillen, streptokokken). De osmotische waarde van de darminhoud stijgt sterkt waardoor je diarree krijgt.

Waarom leidt een overschot aan koolhydraten bij het rund tot darmacidose met diarree?

Omdat ze voornamelijk worden omgezet tot D- en L-lactaat, D-lactaat kan het dier slecht metaboliseren, het moet worden uitgescheiden via de nieren. Bij diarree is het dier vaak gedehydrateerd en werken de nieren minder.

Bij welke dieren/leeftijd is de kans op een fermentatiestoornis kleiner?

Volwassen planteneters, een dikke darm met een goed ontwikkelde flora kan meer zouten en water opnemen omdat er veel VFA's worden opgenomen.

Waarom leidt een fermentatiestoornis bij vleeseters sneller tot problemen?

Omdat het substraat grotendeels uit eiwitten/aminozuren bestaat waardoor vooral de sacharoproteolytische bacterien (E. coli, Proteus, Clostridium) goed gaan groeien. Deze vormen naast acetaat en butyraat ook aminen zoals putrescine en histamine. Hierdoor stijgt de osmolariteit van de darminhoud en deze aminen irriteren de darmwand, waardoor er meer mucus wordt uitgescheiden en de passage wordt versneld.

Hoe zien de feces van vleeseters met een fermentatiestoornis er vaak uit en hoe ruiken ze?

Donkergeel, slijmerig, sterke rottingsgeur. Soms een ammoniak geur. Ph is vaak hoog.

Waarom zien de feces van vleeseters met een fermentatiestoornis vaak geel?

Dit is vet (steatorroe). Waarschijnlijk breken de bacterien pancreaslipase in de dunne darm af, het vet kan dan minder verteerd worden. Daarnaast worden bij overmatige bacteriegroei de galzuren gedeconjugeerd, dit kan leiden tot verminderde micelvorming waardoor zowel de vet- als galzuurabsorptie verminderd wordt. 

Waarom zijn de feces bij vleeseters met een fermentatiestoornis waterrijk?

Galzuren worden gedeconjugeerd door de bacterien en blijven in de darm hangen, dit verhoogd de osmolariteit.
Bacterien zetten vetten om in secretiebevorderende hydroxyvetzuren.
Bacterien kunnnen galzure zouten gaan omzetten, ook dat bevordert de secretie (hier in de dikke darm).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo