Slikproblemen, braken, regurgiteren en diarree - Diarre - Vlokatrofie

11 belangrijke vragen over Slikproblemen, braken, regurgiteren en diarree - Diarre - Vlokatrofie

Wat speelt een essentiele rol in de pathogenese van villusatrofie?

De epitheelcelpopulatie.

Welke factoren zijn er, naast de epitheelcelpopulatie, bij villusatrofie?

Vlokverdikking door toegenomen celrijkdom in de lamina propria, vlokverbreding door het samengroeien van vlokken.

Welke vloktypen onderscheiden we? Geef ze op chronologische volgorde.

  1. Vingervormig, dit is normaal.
  2. Tongvormig
  3. Bladvormig
  4. Richelvormig
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 2 vormen van vlokatrofie onderscheiden we, wat is het verschil tussen die 2 en wat voor effect hebben ze op het darmslijmvlies?

  1. Hyperregeneratieve vlokatrofie, als alleen het vlokepitheel wordt beschadigt gaan de crypten zich verlengen en extra veel delen. Afhankelijk van de balans tussen beschadiging en regeneratie kan het slijmvlies dunner of dikker worden of gelijk blijven.
  2. Non-regeneratieve vlokatrofie, als de crypten (ook) worden aangetast kan je geen nieuwe epitheelcellen maken. Het slijmvlies wordt dan ook dunner.

Noem enkele ziektebeelden die een hyperregeneratieve vlokatrofie geven.

Rotavirusinfecties (kalf, big, lam, veulen en pup) en coronavirusinfecties (kalf, big en pup).

Noem enkele oorzaken van een non-regeneratieve vlokatrofie.

Parvovirusinfecties (hond, kat en nerts), cytostatica, radioactieve straling, radiomimetica.

Hoe leidt villusatrofie tot malabsorptie en maldigestie?

Verminderd slijmvliesoppervlak.

Wat gebeurt er met het slijmvlies van de dikke darm als je het oppervlakte epitheel aantast?

  1. Verdikking door hyperplasie van de crypten (bijvoorbeeld dysenterie bij het varken)

Wat gebeurt er met het slijmvlies van de dikke darm als je het crypte epitheel aantast?

Verdunning door atrofie van de crypten (Parvo).

Waarom moet je pathologisch onderzoek van de darmwand met een snufje zout nemen?

  1. Er bestaat veel biologische variatie tussen dieren.
  2. Een morfologische verandering betekent niet direct dat de functie verstoord is (soms structurele veranderingen bij gezonde dieren) en omgekeerd (bijvoorbeeld enterotoxische colibaccilose bij kalf en big).
  3. De ernst van de aandoening hangt meer samen met de uitgebreidheid dan met de intensiteit van de veranderingen.

Hoe kan aantasting van het darmepitheel leiden tot systemische aandoeningen?

Diffusie van toxinen (toxinemie/toxemie), invasie van micro-organismen (translocatie/sepsis), allergische reacties in maagdarmkanaal of elders indien de macromoleculaire permeabiliteit is toegenomen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo