Speerpuntcollege ALS, botopbouw, fractuurgenezing, degeneratieve afwijkingen

17 belangrijke vragen over Speerpuntcollege ALS, botopbouw, fractuurgenezing, degeneratieve afwijkingen

1. Vat de belangrijkst gegevens uit de casusbeschrijving samen en beschrijf wat u op bovenstaande foto ziet.

De patiënt heeft al een aantal jaren pijn in de handen, waarbij de knokkels rood en pijnlijk zijn. De pijn neemt ook toe en er zijn minder lange periodes zonder pijn. Ze heeft enkele harde aanvoelende dikke verdikkingen bij de DIP.

Welke kenmerken kan een patiënt hebben bij osteoartrose?

  • Toenemende pijn in gewrichten (knie en vingers)
  • Stijve gewrichten (ochtend)
  • Flexie in aangedane gewricht met crepitus
  • Geen koorts
  • Pijn in gewrichten
  • Functiebeperking
  • Bekend met obesitas

Wat gebeurt er met het BSE bij patiënten met reumatoïde arthritis?

Het BSE (verhoogde erytrocyt bezinkingssnelheid) stijgt, door de aanwezigheid van acute fase eiwitten zoals fibrinogeen. Ook is de ochtend stijfheid bij reuma van langere duur.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

3 Wat is uw waarschijnlijkheidsdiagnose.
a. Wat zijn de epidemiologische argumenten daarvoor
b. Wat zijn de gegevens uit de anamnese die hierop wijzen
c. Wat zijn de richtinggevende gegevens uit het lichamelijk onderzoek

Waarschijnlijkheidsdiagnose = artrose
  • Patiënte is 59 jaar wat maakt dat deze gewrichtsaandoening vaker op deze leeftijd ontstaat. Ook heeft de patiënte overgewicht door een BMI van 32.
  • Rood, pijnlijke knokkels en last van de knieën. Klachten nemen toe door de jaren heen.
  • BMI van 32 (overgewicht), aanvoelende verdikkingen van DIP's, functie van knieën normaal, crepiteren voelbaar bij flexie. 

4 Wat zijn de belangrijkste differentiaal diagnostische overwegingen ? Waar moet u aan denken als artrose op atypische plekken voorkomt ?

  • Artrose
  • Artritis psoriatica


Atypische plekken van artrose:
  • PIP, DIP, CMC gewrichten hand
  • Heup
  • Knie
  • Nek
  • Rug
  • MTP1-gewricht in de voet


5 Wat zijn risicofactoren voor artrose. Welke spelen bij deze patiënt mogelijk een rol ?

  • Overbelasting
  • Overgewicht
  • Leeftijd
  • Geslacht (vaker bij vrouwen)
  • Erfelijkheid
  • Etniciteit
  • Lage vitamine D-concentraties
  • Metabole ziekte (DM)
  • Beroep en sport (overbelasting)

6 Zou u röntgenfoto’s laten maken van de handen en knieën van patiënte? Wat zijn hierbij uw overwegingen?

Ja, gezien de handen is het verstandig om een foto te maken, om zo te kunnen zien hoe vergevorderd het artrose is. Hierbij kan je kijken naar de gewrichtsspleet.

7 Beschrijf de afwijkingen die je op de röntgenfoto’s van handen en knieën ziet. Beschrijf ze zo specifiek mogelijk.

  • Bij de foto's van de knie is zichtbaar dat de gewrichtsspleet een stuk smaller is t.o.v. De normale foto.
    • Versmalde gewrichtsspleet
    • Sclerose (wit)
    • Osteofytvorming
    • Cystevorming
    • Standsafwijkingen

  • Bij de foto's van de hand is te zien dat de stand van de pink anders is (het DIP gewricht)
    • Versmalde gewrichtspleet PIP en DIP
    • Sclerose van het subchondrale bot (witter)
    • Osteofytvorming (botgroei)
    • Deformaties

7 Beschrijf de afwijkingen die je op de röntgenfoto’s van handen en knieën ziet. Beschrijf ze zo specifiek mogelijk.

  • Bij de foto's van de knie is zichtbaar dat de gewrichtsspleet een stuk smaller is t.o.v. De normale foto.
    • Versmalde gewrichtsspleet
    • Sclerose (wit)
    • Osteofytvorming
    • Cystevorming
    • Standsafwijkingen

  • Bij de foto's van de hand is te zien dat de stand van de pink anders is (het DIP gewricht)
    • Versmalde gewrichtspleet PIP en DIP
    • Sclerose van het subchondrale bot (witter)
    • Osteofytvorming (botgroei)
    • Deformaties

7 Beschrijf de afwijkingen die je op de röntgenfoto’s van handen en knieën ziet. Beschrijf ze zo specifiek mogelijk.

  • Bij de foto's van de knie is zichtbaar dat de gewrichtsspleet een stuk smaller is t.o.v. De normale foto.
    • Versmalde gewrichtsspleet
    • Sclerose (wit)
    • Osteofytvorming
    • Cystevorming
    • Standsafwijkingen

  • Bij de foto's van de hand is te zien dat de stand van de pink anders is (het DIP gewricht)
    • Versmalde gewrichtspleet PIP en DIP
    • Sclerose van het subchondrale bot (witter)
    • Osteofytvorming (botgroei)
    • Deformaties

Behandeling Patiënte gebruikt paracetamol tegen de pijn, met onvoldoende effect.

8 Wat zijn de behandeldoelen bij artrose

De behandeldoelen zijn symptomatisch, er is nog geen geneesmiddel. Het is ook preventief door gewrichtsreductie, verminderde belasting, gebruik van brace en ortheses.

9 Wat zijn farmacologische behandelingen die voorgeschreven (kunnen) worden? (buiten de systemische NSAIDs, deze worden elders in het blok behandeld)

Je kan corticosteroïden toedienen voor de onstekingsremming.

Patiente wil graag beter kunnen lopen en minder pijn. De buurvrouw adviseerde fysiotherapie, vooral de massages vond zij fijn.

10 Welke niet-farmacologische behandelmogelijkheden zijn er ? Geef hier ook de voor handartrose en knieartrose specifieke mogelijkheden aan. Zou u het advies van de buurvrouw ondersteunen?

  • Handartrose
    • Spierversterkende oefeningen
    • Ergotherapie
    • Spalk of brace
  • Knieartrose
    • Gewichtsreductie
    • Verminderde belasting
    • Orthesen, brace spalken
    • Schoenaanpassing
    • Fysiotherapie/hydrotherapie
    • Hulploopmiddelen

Patiënte is benieuwd naar wat haar te wachten staat.

11 Wat kunt u patiënte vertellen over het natuurlijke (klinische) beloop van artrose?

De ziekte is progressief en de behandelingen zijn alleen op symptomatisch en preventie gefocust. Ze zal moeten afvallen, meer moeten bewegen en daarbij trouw zijn.

13 Wat is uw differentiaaldiagnose. Hoe zou u specifieke diagnoses meer en minder waarschijnlijk kunnen maken?

De verslechtering van artrose door een ontsteking aan de bursae of gewrichtsbanden (artristis).

Bij punctie wordt er helder vocht verkregen 14

Welke lokale behandeling(en) behoren nu tot de mogelijkheden? Wat zouden redenen zijn dit wel of niet doen?

Lokale behandelingen kan in dit geval bestaan uit een corticosteroïdeninjectie en lokale NSAID's. Ook koelen is zinvol en er kan een antibiotica worden voorgeschreven.

17 Wat zijn eventuele alternatieven bij minder gevorderde artrose?

Kraakbeenhersteloperatie
Standscorrigerende osteomie
Gewrichtdistractie
Atroscopische lavage

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo