Bewegingsleer, perifeer neurologische aandoeningen

38 belangrijke vragen over Bewegingsleer, perifeer neurologische aandoeningen

Naar welke punten ga je kijken bij het inspecteren en observeren van het lopen?

  • Tempo
  • Loopafstand
  • Paslengte
  • Paswijdte
  • Symmetrie
  • Afwikkeling

Wat is de standfase/standbeen:

Hielcontact tot afzet

Op welke punten let je als je de patiënt van opzij tijdens het lopen bestudeerd?

  • Symmetrie
  • Staplengte
  • Hoofd, schouders, romp
  • Specifiek been; standfase, zwaaifase
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke behandelopties zijn er bij loopstoornissen?

  • Het probleem aanpakken
  • Complicaties voorkomen
  • Prothesen: vervangen lichaamsdeel
  • Orthesen: ondersteunen gewricht of compenseren spierzwakte
  • Schoeisel

Welke neuromusculaire aandoeningen tref je in de voorhoorn, de wortel en de plexus?

  • Voorhoorn
    • SMA
    • ALS
  • Wortel
    • Compressie (HNP)
    • Radiculitis
  • Plexus
    • Trauma
    • Inflammatoir

Welke neuromusculaire ziekte tref je in de zenuw, de overgang en de spier?

  • Zenuw
    • Mononeuropathie CTS of ulnairopathie
    • Polyneuropathie axonaal demyeliniserend
  • Overgang
    • Myasthenia gravis
    • LEMS
  • Spier
    • Myositis
    • Dystrofie
    • Congenitaal
    • Toxisch
    • Metabool

Welke verschijnselen tref je bij iemand aan waar de aandoening perifeer ligt?

  • Zwakte
  • Atrofie
  • Lage reflexen

Beschrijf hoe een aandoening bij de neuromusculaire overgang eruit zal zien:

- Symmetrisch, proximaal, en asymmetrisch aan ogen

Welke aanvullende onderzoeken kan je uitvoeren bij neuromusculaire ziekten?

  • EMG
  • Beeldvormend onderzoek
  • Liquoronderzoek
  • Spierbiopt
  • Laboratoriumonderzoek
  • DNA onderzoek

Het lichaamszwaartepunt gaat omhoog en omlaag bij lopen. Bij welke manier van lopen (gewoon lopen, hardlopen) varieert het lichaamszwaartepunt het meest. Waar zit het zwaartepunt eigenlijk als je gewoon rechtop staat?

  • Je zwaartepunt zit bij S2.
  • Tijdens het lopen zal het zwaartepunt in de transversale as omhoog en omlaag bewegen --> vertical shift. Bij het hardlopen zal de vertical shift groter zijn.
  • Je kan dus concluderen dat bij hardlopen het zwaartepunt het meeste varieert.

Welke spierbelasting kost meer energie, concentrisch of excentrisch? Wanneer wordt de beste spierkracht geleverd?

Excentrische spierbelasting vergt meer energie. Bij isometrische en concentrische toestand kan de beste spierkracht worden geleverd door de spieren.

Hoe wordt het pijn vermijdende looppatroon genoemd ?

Er is sprake van een antalgisch looppatroon door een kortere standfase. Ook een ongelijke paslengte en gewichtsbelasting op niet pijnlijke been.

Deze video laat een patiënt zien met een slappe parese van de dorsaal flexoren van de enkel. Beschrijf het looppatroon

De patiënt vertoond een hanentred. Hij heeft een initial contact op de voorvoet, waardoor hij een omgekeerde loading heeft. De midstance is wel redelijk normaal. Het patroon lijkt op een hanentred. Hij kan zichzelf ook niet goed afzetten, waarschijnlijk zijn de kuitspieren minder goed ontwikkeld waardoor zijn bovenbeenspieren mee helpen bij de preswing.

Paslengte is wel symmetrisch.

Welke spieren zorgen voor de dorsaal flexie?

Tibialis anterior muscle, extensor hallucis longus,

Patiënt C merkt dat hij steeds vaker (bijna) valt. Soms omdat hij niet goed kan stoppen, soms omdat hij moeilijk op gang komt op het juiste moment. Beschrijf het looppatroon van de persoon op de video.

Patiënt heeft ziekte van Parkinson. Per fase:
  • De voorvoetlanding heeft een omgekeerd loading.
  • Midstance te lang waardoor er een kniereflexie en dorsaalreflexie is.
  • Onvoldoende clearance
  • De zwaaifase is kort en de standfase is langer.


Early heel rice.

De fysiotherapeut heeft oefeningen bedacht om patiënt ‘op gang te helpen’, als hij moeilijk vooruit komt. 12.Wat voor oefeningen kan je bedenken voor dit doel?

Cueing = externe ruimtelijke, verbale of visuele prikkel die het inzetten/ continueren van de beweging moet en faciliteren. (door bijvoorbeeld muziek dansen gaat wel goed).

14.Welke spieren zullen paretisch zijn? Hoe onderscheidt je parese en spasticiteit?

De spieren in de voet die voor dorsaalflexie zorgen. De kuitspieren (m. Gastronecmius en soleus) zijn spastisch. Deze zorgen ervoor dat de knie in hyperextensie komt en de tibia niet naar voren kan komen vanuit de standfase. De hamstrings hebben hier weinig mee te maken.

23.Benoem een aantal conservatieve maatregelen om haar te helpen. Doelstelling: lopen zonder pijn.

Het op maat maken van goede schoenen zodat zij geen wondjes kan oplopen tijdens lopen. Als ze de (lelijke schoenen) niet wilt eventueel wandelschoenen of zooltjes geven, waar in ieder geval de voet wordt ondersteund.

24.Benoem chirurgische maatregelen. Doelstelling: lopen zonder pijn.

Door middel van chirurgie ga je de hol voet corrigeren.

Zoek in “Leerboek Neurologie” of je ziekten kunt vinden die bij de gegeven beschrijving passen.

Volgens de beschrijvingen van een spierziekte die erfelijke is waarbij er sprake is van hyperlordose, kuithypertrofie en geen pijn. Kan je drie ziektes koppelen aan deze beschrijving:

  • Ziekte van Duchenne
  • Spinale musculair atrofie SMA
  • Ziekte van Becker


Je besluit je patiëntje voor verder onderzoek door te verwijzen naar een kinderneuroloog, maar laat eerst één aanvullend onderzoek zelf verrichten. Welk onderzoek kies je?

  • Een bloedonderzoek -> Creatinekinase
  • Spierbiopt -> dystrofine-eiwit
  • DNA-onderzoek -> Xp21-gen
  • Echo-cor -> cardiomyopathie

Welke informatie moet de kinderneuroloog aan de ouders geven over prognose en behandeling?

De ziekte van Duchenne is een langzame progressieve spierziekte waarbij er nog geen goede medische behandeling is, alleen symptomatische behandeling. De kans is groot dat het kind in een rolstoel terecht komt en vroegtijdig overlijdt doordat ook de spieren van het hart en ademhaling verzwakken.

Er kan chirurgisch wel stabilisatie worden verricht aan de wervelkolom of de longen.

Zal het hart worden aangetast bij de ziekte van Duchenne?

Ja, de hartspier wordt aangetast, dus er zullen cardiologische problemen kunnen ontstaan. Ook de hersenen ontwikkelen zich minder goed.

Beredeneer op grond van de gegevens die je al hebt of de drie aandoeningen in de differentiële diagnose waarschijnlijk of onwaarschijnlijk zijn. Welk aanvullend onderzoek kan worden ingezet om jouw diagnose te bevestigen en andere uit te sluiten?

  • Bloedonderzoek -> CK (zijn licht verhoogd bij ALS)
  • EMG -> laat degeneratie van zenuwen zien
  • MRI -> uitsluiten van compressie wervelkolom

De patiënt en zijn familie hebben vele vragen over het ziektebeloop, de behandelingsmogelijkheden, en hoe het levenseinde zal verlopen. (In de praktijk wordt dit natuurlijk nooit allemaal in één gesprek besproken). Wat vertel je aan de patiënt?

De patiënt kan riluzol toegediend krijgen, dit is een glutamaat antagonist. Ook heeft fysiotherapie en ergotherapie een positief effect. Daarnaast kunnen er botox-injecties worden gegeven.

De patiënt overlijd vaak door respiratoire insufficiënties en zal ongeveer 3 tot 5 jaar leven.

Degeneratieve veranderingen van de cervicale wervelkolom met compressie van ruggenmerg en wortels, operatief behandelbaar;

Wat voor ziektebeeld verwacht je?

Als de zenuwwortels in de nek geklemd zijn kan er zwakte ontstaan bij de armen. De patiënt vertoond dit beeld. Een beklemming in het ruggenmerg in de nek geeft centrale verschijnselen in de benen.

Welke plexus is het meest kwetsbaarst?

De plexus brachialis, het innerveert te bovendste extremiteit. Het is te verdelen in supra-claviculair en innerveert de schoudergordelspieren en zit boven de clavicula. Het infra-claviculaire deel wat onder de clavicula ligt en de zenuwen naar de arm en hand stuurt. Dit is opgebouwd uit C5-C8.

Welk gedeelte van de arm wordt sensibel geïnnerveerd?

  • De laterale kant van de arm wordt geïnnerveerd door de truncus superior.

1. Bestudeer de literatuur in Leerboek Neurologie en probeer argumenten vóór en tegen te vinden voor de verschillende mogelijke oorzaken van pijn in een arm.

Aandoeningen waar aan gedacht kan worden zijn:
  • Hernia van de nek
  • Aandoeningen van de plexus
  • Compressie van een perifere zenuw n. Medianus

Kenmerken carpale tunnelsyndroom:

  • Tintelingen en doof gevoel in de middelste handpalm
  • Tintelingen in digiti I-III
  • Nachtelijke klachten, dat wil zeggen: in de nacht zijn de klachten het ergst:
  • Atrofie van duimmuis
  • Hand schudden verlicht de pijn en dove gevoel in de hand
  • Positieve test van Tinel (tikken op lig. Carpi transversum doet pijn)
  • Hyperflexie stand levert ergste tintelingen

4. Stuur je de patiënt door naar een specialist, en zo ja, welke?

Ja de patiënt moet door worden verwezen naar de neuroloog. Omdat de patiënt atrofie vertoont.

Waarom zit het probleem in de wortel gelokaliseerd?

Omdat de patiënt pijn ervaart en er geen motorische problemen zijn.

3. Hoe onderscheidt je deze aandoening op grond van de anamnese en de bevindingen bij lichamelijk onderzoek van een vasculaire claudicatio intermittens (door ischemie)?

Bij vasculaire claudicatio intermittens gaat de pijn over in rust, maar bij neurogene claudicatio intermittens niet. Daarnaast voel je bij LO een pulserende van de enkelarteriën.

Alarmsignalen van een wervelkanaalstenose dat kan overgaan in cauda equina syndroom:

  • Sensorische verlies van perianale gebeid
  • Urineretentie
  • Constipatie
  • Doof gevoel in de benen
  • Seksuele dysfunctie
  • S1 reflex is afwezig
  • Tonus van sfincters is acuut weggevallen
  • De pijn is acuut en bilateraal

1. Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor de zwakte van pols- en vingerextensie?

Tijdens de val kan waarschijnlijk meer beschadigd zijn dan alleen haar bot. Het is mogelijk dat de n. Radialis beschadigd is. Omdat zij dus een zwakkere pols en vingerextensie heeft. Dit noem je dropping hand.

3. Noem enkele traumatische afwijkingen van het perifere zenuwstelsel.

De geleiding van een zenuw kan onderbroken zijn, maar ook de axonen en de omhulling van zenuwen kan beschadigd zijn.

1. Bestudeer het Leerboek Neurologie en probeer argumenten vóór en tegen te vinden voor de verschillende mogelijke oorzaken van pijn in een arm.

Op basis van de lachten kan er gedacht worden aan:
  • Hernia van de nek
  • Aandoeningen van de plexus
  • Compressie van een perifere zenuw

5. Stuur je de patiënt door naar een specialist en, zo ja, welke?

Doorverwijzing naar neuroloog, met een röntgenfoto of CT-scan van de thorax, en eventueel een MRI.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo