Samenvatting: Zintuigen Hersenen En Beweging 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Zintuigen Hersenen en Beweging 2
-
1 Week 1
-
1.1 HC1 functionele anatomie
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke embryologische structuren ontstaan naast de neurale buis?
Prox: somietmesoderm
dist: laterale plaatmesoderm -
Uit welke embryonale structuur ontstaat de subcutis?
Het somietmesoderm (naast de neurale buis) -
Uit welke embryonale structuur ontstaan de spieren?
Het somietmesoderm (naast de neurale buis) -
Op welke dagen van de embryonale ontwikkeling groeien de extremiteiten uit?
Arm: dag 24
Been: dag 28 -
Hoe ontstaat de cetrale as bij de embryonale ontwikkeling van de extremiteiten?
Er ontstaat een mesenchymale verdikking in de extremiteitsknop
Het wordt kraakbeenachtig met fibreuze verdikkingen
Later wordt dit bot en de fibreuze verdikking een gewricht -
Welke typen spiergroepen zitten na de rotatie van de extremiteiten ventraal en dorsaal?
Arm: blijft op de elleboog na volledig hetzelfde:
Ventraal = felxoren, adductoren en pronatoren (behalve de biceps)
Dorsaal = extensoren, abductoren en supinatoren
Het been roteert volledig naar binnen
Ventraal zitten de EXTENSOREN van de knie en voet
Dorsaal zitten de FLEXOREN van de knie en tenen -
Wat is de laatste stap in het vormen van de extremiteiten?
De rotatie van de benen. Hierbij zat de voetrug en de knie oorspronkelijk dorsaal, maar nu zitten die beide aan de voorkamt natuurlijk -
Wat definieert een spiercompartiment?
Het wordt omgeven door diepe fascie en intermusculaire septa
Daarnaast gaat het vaak om spieren met een verwante functie. -
Wat wordt bedoeld met "de spier is de motor, vering en de rem"?
Dat een spier drie vormen vanspieractiviteit heeft:
1.Concentrisch : de motor, deze geeft debeweging die deprimaire functie van die spier is.
2.Isometrisch : devering , deze kanstatisch kracht leveren voorstabiliteit .
3.Excentrisch : de rem, deze remt eenantagonist wat af, wanneer diecontraheert . -
Welke drie soorten spieractiviteit zijn er?
1. Concentrisch: hierbij verkort de spier, dit is de primaire functie van de spier. Dynamisch.
2. Isometrisch: hierbij blijft de spier evenlang terwijl hij zich aanspant. Statisch.
3. Excentrisch: hierbij wordt de spier langer terwijl deze zich aanspant. Dynamisch
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden