Akoestische fonetiek

24 belangrijke vragen over Akoestische fonetiek

Spraak bestaat uit een snelle opeenvolging van kleine verstoringen van de luchtdruk; de luchtdeeltjes wisselen zich af. Hiervoor zijn twee termen:

verdichting: drukverhoging (dichter op elkaar)

verdunning: drukverlaging (uit elkaar getrokken)

Bij akoestische fonetiek zijn twee termen van belang: Tijd in seconden en Frequentie in Hz. Wat houden deze in?

T in sec: tijd nodig voor een complete golfbeweging

Freq. in Hz: hoevaak de tijd/periode in een seconde past

Wat is de F0 en welke zijn normaal voor mannen en vrouwen?

de grondtoon

v: 250 Hz
m: 150 Hz
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Periodiciteit is een veelvoorkomen term bij akoestische fonetiek. Wat houdt deze term in?

periodiek: stemhebbende klanken -> sinus/herhaling

niet-periodiek: stemloos -> ruis

Welke soorten trillingen bestaan er binnen de akoestische fonetiek?

enkelvoudige trillingen en complexe trillingen

Wat houden enkelvoudige trillingen in?

Een zuivere toon -> 1 sinus met een bepaalde frequentie

Wat houden complexe trillingen in?

Verschillende tegelijk klinkende sinusgolven; spraak bestaat hieruit

Bij complexe trillingen wordt gebruik gemaakt van de Fourier-analyse, wat houdt deze in?

Het weergeeft de ontbinding van een complex signaal in verschillende afzonderlijke sinussen

--> zaagtand

Wat is een zaagtand binnen de akoestische fonetiek?

Een onderdeel van de Fourier-analyse; het is opgebouwd uit verschillende sinuscomponenten.

Wat is kenmerken voor het spectrum van de zaagtand?

de hoogste amplitude heeft de laagste frequentie

Waaraan is de F0 te herkennen in een spectrum?

Aan de eerste piek, de volgende maxima zijn formanten

Het helmholtz model is een grafische weergave van het aanzetstuk, wat betekenen de afkortingen?

V1 = achterholte
V2 = voorholte

A1 = constrictie
A2 = lippen

De stand van de tong en de constrictieplaats bepalen de grootte van de voor- en achterholte.
Geef hierbij twee formules:

Hoe groter de holte, hoe kleiner de formantfrequentie

Hoe kleiner de holte, hoe groter de formantfrequentie

Voor welke formanten staan de holten in het helmholtz model?

V1 = F1
V2 = F2

Op welke klanken is het helmholtz model het best toepasbaar?

op klinkers/vocalen

Bij de akoestische fonetiek wordt er gebruik gemaakt van buiken en knopen, wat zijn deze?

Buiken: de bollingen (en hollingen)
Knopen: de 0lijn; kruispunt, mocht eenzelfde lijn gespiegeld zijn

weergeven in de golfvorm

Bij het spectrum wordt er een streep getrokken op de plaats van de frequentie, welke twee formules worden hier gegeven?

Bij een hoge freq. een streep ver naar rechts

Bij een hoge freq. een kleine amplitude

Wat zijn de dB van de grens van het hoorbare; pijngrens; normale spreekstem

0 dB = grens hoorbare (dB H)
130 dB = pijngrens
65-70 dB = normale spreekstem

Wat is het doel van segmentatie?

onderzoeken hoe lang spraakklanken duren

representatieve eigenschappen van klanken vinden door het midden van een klank te zoeken

Waarom wordt er bij segmentatie naar het midden van een klank gekeken?

om assimilatie te voorkomen

Hoe is segmentatie het eenvoudigst uit te voeren?

in een golfvorm in een oscillogram

Wat zijn de 7 signaalkenmerken binnen de akoestische fonetiek?

periodiek signaal
lokaal maximum
stil interval
ruis
explosie
amplitudeverandering
verandering van de fijnstructuur

Bij het signaalkenmerk 'stil interval' komt de term prevoicing voor. Wat houdt deze in?

het stil interval wordt bij stemhebbende plooisels opgevuld met stemhebbend gemurmel

Bij het signaalkenmerk ruis kan ruis gesuperponeerd worden, wat is dat?

stemhebbende fricatieven: een golfvorm incl. ruis (/v, z/)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo