Samenvatting: Zuiging, Varen In Smal Vaarwater

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Zuiging, varen in smal vaarwater

• 1 Zuiging, varen door smal vaarwater

  Dit is een preview. Er zijn 31 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waar let u op als u door een kanaal vaart?

  - Op de diepgang, minder diep kan er een grote hekgolf ontstaan.
  - Zuiging waar men door naar de kant getrokken kan worden
  - Oever beschadiging.

• Wat voor soort oeverbescherming kan u aantreffen?

  - Stalen damwand
  - Basalt
  - Matten met begroeiing
  - Houten of kunststof beschoeiing
  - Natuurlijke beschoeiing

• U vaart met een geladen schip. Waar vaart u?

  Zoveel mogelijk in het midden in verband met zuiging aan de kant

• Welke aspecten van het kanaalprofiel zijn van belang?

  Vorm van het kanaalprofiel. 
  Diepgang
  Breedte

• Wat verstaan we onder het talud? Bodembreedte?

  Dit is de dwarsdoorsnede van een kanaal waarbij de maximale diepte gegarandeerd is.

• Wat is het voordeel met een kanaalprofiel als talud?

  Het water vloeit beter af waardoor je minder deining hebt

• Waar is de zuiging van afhankelijk?

  - Van de waterverplaatsing. Een groot geladen schip heeft meer waterverplaatsing dan een leeg schip.
  - De snelheid van het schip

• Wat verstaan we onder de retourstroom? Waar en hoe loopt deze stroom?

  Retourstroom is de stroom die naar het schip toegetrokken wordt. Bevind zich in de romp en trekt toe naar het achterschip.

• Wat verstaan we onder volgstroom? Waar en hoe loopt deze volgstroom?

  Volgstroom is de stroom die ontstaat als water door de huidwrijving en de scheepsvorm een voorwaartse waterverplaatsing krijgt.  Gaat van de boeg tot de romp.

• Wat gebeurt er tijdens de vaart als er een volgstroom gaat lopen?

  Door waterverplaatsing ontstaat er zuiging