Samenvatting: Zwaartepunten Van Het Vermogensrecht | 9789013148596 | Wim Reehuis
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Zwaartepunten van het vermogensrecht | 9789013148596 | Wim Reehuis
-
1 Week 7
Dit is een preview. Er zijn 60 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Gronden voor vordering tot schadevergoeding
1. Niet-nakoming contract (wanprestatie) art. 6:74 BW
2. Onrechtmatige daad art. 6:162 BW
3. Zaakwaarneming art. 6:200 BW
behartigen van andermans belang
4. Ongerechtvaardigde verrijking art. 6:212 BW
iemand wordt verrijkt ten koste van een ander en hiervoor kan geen grond worden gevonden in een overeenkomst of in de wet. -
Vereisten onrechtmatige daad
Art. 6:162 jo. 6:163 BW
1. Onrechtmatige daad
2. Toerekenbaarheid aan de schuldenaar
3. Schade
4. Causaal verband
5. Relativiteit -> HR Tandarts ''Beoogde de geschonden norm de benadeelde voor deze schade te beschermen? -
Het begrip vermogensrecht heeft 2 verbintenissen wat houdt dat in?
Het woord recht heeft 2 betekenissen- objectief vermogensrecht (het geldende recht (law)) alle regels met betrekking tot de subjectieve rechten en plichten die onderdeel van het vermogen kunnen vormen
- subjectief vermogensrecht: een aan iemand toekomende bevoegdheid (a right) aan een bepaald persoon toekomend recht dat deel uitmaakt van zijn vermogen
-
Waarom kent de wet een gesloten systeem van absolute rechten en op het gebied van goederenrecht voornamelijk dwingend recht bevat?
Omdat absolute rechten rechtstreeks de positie vanderden raken. Partijen kunnen van dwingend recht als regel niet afwijken. Dit biedt duidelijkheid en rechtszekerheid. -
Wanneer noemen we een dergelijk recht een absoluut recht?
Wanneer het gaat om derdenwerking: Een rechthebbende kan zijn rechten op goederen (bijv. Eigendomsrecht) op grond van zijn absolute karakter tegenover iedereen inroepen. -
Welke 2 soorten subjectieve rechten zijn er en wat houdt het in?
- In het goederenrecht hebben we te maken met absolute rechten op goederen die de rechthebbende in beginsel tegenover eenieder kan inroepen (gesloten systeem en dwingend recht)
- IN het verbintenissenrecht hebben we te maken met relatieve rechten die niet tegenover iedereen inroepbaar zijn maar slechts tegenover een bepaald persoon, namelijk degene met wie men in een verbintenisrechtelijke verhouding staat (open systeem en aanvullend recht)
- In het goederenrecht hebben we te maken met absolute rechten op goederen die de rechthebbende in beginsel tegenover eenieder kan inroepen (gesloten systeem en dwingend recht)
-
Zonder ingebrekestelling toch in verzuim
Art. 6:83 BW
1. Fatale termijn (sub a)- wanneer een voor een nakoming bepaalde termijn verstrijkt zonder dat de verbintenis is nagekomen. Een uit de verbintenis zelf voorvloeiende termijn is fataal
2. Als het al een schadevergoedingsvordering is (sub b)
3. Mededeling schuldenaar (sub c)- wanneer de crediteur uit een mededeling van de debiteur moet leiden dat deze in de nakoming tekort zal schieten
-
Wanneer een schuldenaar niet aan zijn verplicht voldoet, kan de schuldeiser verhaal halen op zijn vermogen. Hoe noemen wij dit?
Uitwinbaarheid -
Toerekenbaarheid onrechtmatige daad
Art. 6:162BW
1. Schuldverwijtbaarheid ; had de schuldenaar anders kunnen en moeten handelen?
- bijv. Art. 6:165 (lichamelijke beperking) of 6:164 (onder 14 jaar)
Verkeersopvatting - bijv. Onervarenheid, ondeskundigheid
Eisende partij moet toerekenbaarheid stellen en bij deugdelijke betwisting bewijzen. -
Welke term hoort bij het verhaal halen of zijn vermogen/uitwinbaarheid?
Draagplicht
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Zwaartepunten Van Het Vermogensrecht
-
Absolute rechten op goederen - Vermogen en vermogensrecht
-
Absolute rechten op goederen - Eigendom
-
Absolute rechten op goederen - Absolute vermogensrechten
-
Vekrijging en verlies van goederen - Verkrijging onder algemene titel tegenover verkrijging onder bijzondere titel
-
Vekrijging en verlies van goederen - Gesloten stelsel van verkrijging en verlies van goederen
-
Vekrijging en verlies van goederen - Originaire verkrijging derivatieve verkrijging
-
Vekrijging en verlies van goederen - Het verschil tussen een zakelijk recht en een persoonlijk recht
-
Bezit - Bezit en detentie
-
Bezit - Bezitsverkrijging en bezitsverlies
-
Bezit - Rechtsgevolgen van bezit
-
Overdracht - Beschikkingsbevoegdheid - De rechthebbende is beschikkingsbevoegdheid, tenzij
-
Overdracht - Beschikkingsbevoegdheid - Een niet-rechthebbende is niet beschikkingsbevoegdheid, tenzij
-
Overdracht - Een geldige titel voor overdracht
-
Overdracht - Levering - Wijze van levering
-
Derdenbescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid - Derdenbescherming door :86 lid
-
Leveringswijzen - levering van roerende zaken, niet-registergoederen
-
Leveringswijzen - Levering van registergoederen - De openbare registers voor registergoederen
-
Verkrijging door verjaring - inleiding
-
Verkrijging door verjaring - verkrijgende verjaring krachtens :99
-
Verkrijging door verjaring - verkrijging door verjaring krachtens :105
-
Eigendomsverkrijgingen - Eigendomsverkrijging door toe-eigening
-
Eigendomsverkrijgingen - Eigendomsverkrijging als gevolg van natrekking
-
Eigendomsverkrijgingen - Eigendomsverkrijging als gevolg van vermenging
-
Verbintenis en verbintenissenrecht
-
De bronnen van de verbintenis
-
Totstandkoming van overeenkomsten - Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod aanvaarding daarvan - het begrip 'aanbod'
-
Totstandkoming van overeenkomsten - Wil, verklaring en gerechtvaardigd vertrouwen
-
Nietige en vernietigbare overeenkomsten - Inleiding
-
Nietige en vernietigbare overeenkomsten - Wilsgebreken - dwaling
-
Nietige en vernietigbare overeenkomsten - Wilsgebreken - uitoefening beroep op een wilsgebrek
-
Nietige en vernietigbare overeenkomsten - De persoon
-
Uitleg en uitvoering van overeenkomsten - inleiding
-
Uitleg en uitvoering van overeenkomsten - aanvulling door wet, gewoonte en redelijkheid en billijkheid
-
Uitleg en uitvoering van overeenkomsten - de redelijkheid en billijkheid
-
Nakoming en andere wijzen van tenietgaan van verbintenissen
-
Nakoming en schadevergoeding - recht op nakoming
-
Nakoming en schadevergoeding - vereisten voor het ontstaan van een verplichting tot schadevergoeding
-
Nakoming en schadevergoeding - schuldenaar toerekenbare tekortkomingen/wanprestatie
-
Opschorting en ontbinding, schuldeisersverzuim - opschortingsrecht - De opschortingsrechten van
-
Opschorting en ontbinding, schuldeisersverzuim - opschortingsrecht - Het algemene opschortingsrecht van
-
Opschorting en ontbinding, schuldeisersverzuim - ontbindingsrecht
-
Onrechtmatige daad, kwalitatieve aansprakelijkheid - algemeen
-
Onrechtmatige daad, kwalitatieve aansprakelijkheid - aansprakelijkheid op grond van eigen onrechtmatige daad - onrechtmatige daad
-
Onrechtmatige daad, kwalitatieve aansprakelijkheid - Kwalitatieve aansprakelijkheid voor personen
-
Onrechtmatige daad, kwalitatieve aansprakelijkheid - Kwalitatieve aansprakelijkheid voor zaken
-
Verbintenissen uit de wet II: zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking
-
Schade en wettelijke schadevergoedingsplicht