De bronnen van de verbintenis

25 belangrijke vragen over De bronnen van de verbintenis

Verband tussen rechtsregel, rechtsfeit en rechtsgevolg

De rechtsregel maakt een bepaalde gebeurtenis tot rechtsfeit, waardoor in concreto het rechtsgevolg tot stand komt, dat tot dat moment slechts in abstracto in de rechtsregel was geformuleerd.

Wanneer bestaat er een geldig vorderingsrecht (subjectief vermogensrecht) dat uit een verbintenis voortkomt?

Indien dit een grondslag vindt in het objectieve recht. De uiteindelijke bron is altijd de wet.

Welke wetsartikelen zijn van belang bij een verbintenis waarbij de wettelijke grondslag gevormd wordt door een overeenkomst?

Art. 6:213 jo. 6:1
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is een rechtsfeit? En wat is een voorbeeld van een subjectief recht?

Een rechtsfeit is een feit waaraan het objectieve recht een rechtsgevolg koppelt.
Een voorbeeld van een rechtsgevolg is het ontstaan van een verbintenis en daarmee een subjectief recht in de vorm van een vorderingsrecht of het tenietgaan daarvan.

Geef een voorbeeld van de gelaagde structuur in het BW met betrekking tot de rechtshandeling.

Voorbeeld: Een algemene regeling van de rechtshandeling vindt je niet bij het verbintenissenrecht in boek 6. Zij staat in boek 3, dat het algemeen deel van het vermogensrecht omvat, onder titel 3:2 'Rechtshandeling'. De overeenkomst kent een nadere regeling in boek 6, titel 6:5 'overeenkomsten in het algemeen.

Noem welke typen rechtshandelingen er bestaan met betrekking tot de gelaagde structuur van ons BW.

Je hebt verbintenisscheppende overeenkomsten waarbij het rechtsgevolg bestaat uit het ontstaan van één of meer verbintenissen. Maar een rechtshandeling is niet beperkt tot het in het leven roepen van verbintenissen.

Leg het onderscheid binnen de categorie rechtshandeling uit.

Er bestaan meerzijdige en eenzijdige rechtshandelingen. Een meerzijdige rechtshandeling vereist de samenwerking van meerdere personen. Een eenzijdige rechtshandeling wordt door één persoon tot stand gebracht.

1. Noem het onderscheid tussen de eenzijdige rechtshandeling. 2. Noem voorbeelden. 3. En leg uit waarom een meerzijdige rechtshandeling dit onderscheid niet heeft.

1. De gerichte tegenover de ongerichte eenzijdige rechtshandeling. Ongericht is niet gericht tot een bepaalde persoon. Gericht is juist wel tot een of meer bepaalde personen gericht. Voor de geldigheid van de handeling moet zij die persoon hebben bereikt.

2. Voorbeelden: de erkenning van een kind en het opmaken van een testament.

3. Bij een meerzijdige rechtshandeling  kan geen sprake zijn van ongerichtheid. De aard houdt in dat het tussen meerdere personen plaatsvindt.

Wat zijn blote rechtsfeiten en waarom is het wel een rechtsfeit? Voorbeelden?

Rechtsfeiten die niet uit gedragingen van personen bestaan. Zulke feiten zijn ook rechtsfeiten, doordat het objectieve recht daaraan rechtsgevolgen verbindt.
Bijvoorbeeld: het bereiken van de achtienjarige leeftijd, de dood en het zijn van buren.

Wat is kenmerkend voor een rechtshandeling?

Voor het rechtsfeit rechtshandeling is kenmerkend dat het daarbij in het leven geroepen rechtsgevolg door de handelaren is beoogd.

Wat is kenmerkend voor een onrechtmatige daad en een rechtmatige daad? En wat onderscheid ze van elkaar?

Er ontstaat een rechtsgevolg onafhankelijk van de wil.
Anders dan bij de OD is er bij de rechtmatige daad geen sprake van een ongeoorloofde gedraging.

Wat is een voorbeeld van een eenzijdige overeenkomst? En een meerzijdige overeenkomst?

Eenzijdige overeenkomst: een schenking. Er is alleen een verplichting voor de schenker. Meerzijdige overeenkomst: koop en huur.

Wat is de centrale bepaling uit art. 6:1 voor de bronnen van een verbintenis?

Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit

de uiteindelijke bron is dus altijd de wet 

Artikel 6:213 BW, wat is een overeenkomst?

Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, vermogensrechtelijk van aard, die de rechten en plichten binnen een afspraak vastlegt.

Overeenkomst in de zin van titel 6.5 BW

Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen tegenover een of meer anderen een verbintenis aangaan.

Wat hebben de begrippen rechtsregel, rechtsfeit en rechtsgevolg met elkaar te maken?

Een rechtsregel is een artikel uit de wet die een bepaalde regel met zich meedraagt, hieruit kan een rechtsfeit ontstaan wat op haar beurt weer rechtsgevolgen teweeg brengt.
Voorbeeld:
Een rechtsregel 6:213 BW, de overeenkomst
Rechtsfeit: de overeenkomst wordt gesloten en bestaat dus
Rechtsgevolg: de schuldeiser krijgt rechten en de schuldenaar krijgt plichten.

Welk wetsartikel is een goed voorbeeld van een wettelijke bepaling die een bron van verbintenissen vormt? (overeenkomst)

Art. 6:213: verbintenisscheppende overeenkomst
subjectief recht vloeit vaak voort uit gemaakte afspraken in samenhang met art. 6:213 jo. 6:1

Wat is het verschil tussen een obligatoire en een liberatoire overeenkomst?

Obligatoire --> schept verbintenissen
liberatoire --> doet verbintenissen tenietgaan (bevrijdend)

Wanneer is er sprake van een wederkerige overeenkomst, volgens art. 6:261 BW?

'indien elk van beide partijen een verbintenis (verplichting) op zich neemt ter verkrijging van de prestatie waartoe de wederpartij zich daartegenover jegens haar verbindt.'

partijen nemen dus over en weer verplichtingen op zich met het oog op de verkrijging van de prestatie van de ander  => wederkerigheid

Welke verbintenisscheppende rechtsfeiten hebben we naast de overeenkomst nog meer?

1. Onrechtmatige daad
Doordat je de onrechtmatige daad begaat roep je ongewild een schadevergoeding in het leven, deze schadevergoeding is de verbintenis.
Het is een menselijke gedraging zonder de bedoeling een rechtsfeit als gevolg te hebben. Artikel 6:162 BW

2. Rechtmatige daad
Alle verbintenisscheppende rechtsfeiten die geen onrechtmatige daden of overeenkomsten zijn. Er is geen wil tot het scheppen van de verbintenis

Wat is het kenmerk van een rechtsfeit?

Het heeft geen beoogd rechtsgevolg, de wil is niet afhankelijk van het rechtsgevolg (art. 6:162 BW, de onrechtmatige daad, is hier een voorbeeld van).

Welk artikel vormt de centrale bepaling voor onrechtmatige daad?

Art. 6:162 BW

De verbintenis tot betaling van de schadevergoeding ontstaat van rechtswege, wat houdt dit in?

De verbintenis ontstaat zonder dat de handelende persoon zijn wil daarop hoeft te hebben gericht, laat staan geuit.

Wat hebben 'rechtmatige daden' en 'onrechtmatige daden' met elkaar overeen?

Ze doen allebei verbintenissen ontstaan geheel onafhankelijk van een daarop gerichte wil

Zijn rechtsfeiten tot menselijke gedragingen beperkt?

(rechtmatig/onrechtmatige daden en rechtshandelingen zijn menselijke gedragingen) 

Nee, blote feiten kunnen ook rechtsfeiten zijn, doordat het objectieve recht daaraan rechtsgevolgen verbindt

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo